Door jarenlang tentoonstellingen te bezoeken, heb ik veel prijswinnaars aanschouwd. Ik bedoel hier uitdrukkelijk de bonsai. Ik zelf ben niet misdeeld, want ook ik heb prijzen gewonnen. Heel dikwijls was ik verbaasd dat uit wel honderd bonsai deze ene het beste werd bevonden. Met opzet zeg ik niet de mooiste, want die bestaat niet. Ik zelf ben altijd van mening geweest dat, als kenner en leek, zo’n bonsai bekeken met dat “wouw”gevoel, vergeef me dit woord, de echte winnaar gevonden was. Zo’n boom moet een NATUURLIJKE UITSTRALING hebben zonder tekenen van menselijk ingrijpen. Ik heb de nare gewoonte altijd te diep na te denken en mezelf de vraag te stellen: wat gebeurt er met de beschouwer? Ik ga er altijd van uit, dat je alleen de boom beschouwt en geen link legt met de eigenaar of arrangeur. Dus duidelijk de boom als objekt. Nu ga ik op de blinde toer en probeer daar de vinger achter te krijgen, alhoewel het me waarschijnlijk niet zal lukken. De meesten van jullie hebben er misschien nooit van gehoord, maar er bestaat de uitdrukking Wabi-Sabi. Niet uit te leggen volgens de boeken. We proberen het te benaderen: Je moet Wabi-Sabi niet proberen te begrijpen met je verstand, maar met je zintuigen, intuïtie en gevoel. We beginnen met het begrip: Sabi, wat een volume heeft, dus aan te raken. Het betekent letterlijk roest. Het schitterende patina dat afstraalt van éénzame, waarachtige oude dingen die verveloos, kleurloos en verweerd zijn geworden door de tijd. Dit kan bijvoorbeeld een heel oude verweerde bast zijn of een opnieuw aangegroeide gebroken tak. Oud en eerbiedwaardig, gerijpt en voorzien van de patina van de ouderdom. Een weergave van tijd. Onvolmaakt en vergankelijkheid uitstralend. Nu benaderen we Wabi. Iets wat niet grijpbaar is. De schoonheid van het imperfekte, het tijdelijke en het onvolledige. Het gevoel van een eenzame kluizenaar in zijn spelonk. Gevoel van innerlijke rust en eenvoud. Voorname armoede en melancholie. Het doet er allemaal niet meer toe. Niets is meer belangrijk. Eigenlijk genieten van het niets hebben.

De waardering voor een bonsai is eigenlijk een optelsom van Wabi-Sabi en het gevoel van de beschouwer. Het zal duidelijk zijn dat ieder mens verschillend denkt en op z’n eigen wijze iets beschouwt.

Meestal wordt de prijzenregen bepaald door de trend van de tijd en niet door het eerder beschrevene. Ik pleit om deze reden voor het niet toekennen van prijzen maar voor nominaties. Er bestaat geen mooiste of beste. Dit alles is gelijk een verklaring voor die prachtige bonsai (wouw) die niet voldoet aan alle gemaakte voorschriften, maar toch een natuurlijke uitstraling heeft. Zo’n bonsai HEEFT HET, maar wat dat is, is moeilijk uit te leggen. Ik heb een armzalige poging gewaagd en heb veel hulp gehad van artikelen in Bonsai focus en ons vroegere blad van de bonsaibond N.B.V. Speciaal wil ik hier noemen Paul Szyf, die in maart 1996 een prachtig artikel schreef over Suiseki. Meteen zal ik alle eigenschappen opnoemen waaraan een bonsai zou kunnen voldoen.
Eigenlijk is de volledige uitdrukking Wabi-Sabi-Shibui-Yugen en Yoin. Dit alles geeft een complexer gevoelstoestand weer die in een Westerse taal geen equivalent heeft. Wabi-Sabi heb ik al benaderd, maar Shibu kan men het best vergelijken met stilte, bedaard, elegant, bezadigd, verfijnd. Stel je hierbij voor de bezadigde, afgemeten elegantie van de japanse theeceremonie. Yugen is duister, obscuur, die eerder een beeld zijn voor mysterieus, onzeker, geheimzinnig en subtiel. Denk aan maneschijn achter sluierwolken of bergtoppen verborgen in de morgenmist. Yoin is naklank, iets wat je treft en in je binnenste natrilt tot in het diepste van je innerlijke wezen zoals het nazinderen van de gongslagen in een Boeddhistische tempel hoog in de bergen. Stel je voor dat je op een tentoonstelling een prachtige bonsai ziet, weer doorloopt en dan op je schreden terugkeert om nog eens te kijken en dezelfde indruk nog een keer te beleven. Dank je wel Paul! En nu maar hopen dat de lezer het tot dit punt vol heeft gehouden.
Dirk Eijzenga
Bewerkt door: Maria van Gessel