Mogelijke gebreksverschijnselen bij een Pinus sylvestris
Het is reeds lang bekend dat de voedingstoestand van bomen een indicator is van eventuele chemische stress op het niveau van de boomwortels dan wel van de bladeren. Daarbij kunnen zowel een tekort als overmaat aan één of meerdere (voedings-)elementen aan de basis liggen. Reeds in het midden van de vorige eeuw werd aangetoond dat planten karakteristieke symptomen vertonen wanneer ze onvoldoende voorzien worden van voedingsstoffen. De typische gebreksverschijnselen worden gebruikt als diagnostisch kenmerk bij het optreden van problemen gerelateerd aan de voedselvoorziening.
Zuurinput wordt als één van de belangrijkste oorzaken beschouwd die aan de basis liggen van uitspoeling van voedingselementen, en dus ook als een belangrijke factor in het optreden van eventuele gebreksverschijnselen bij bomen. Zo zijn er sterke aanwijzingen dat zuurinput de belangrijkste oorzaak is van magnesiumuitloging uit de bodem en het optreden van magnesium gebrekverschijnselen. De resultaten van onderzoek ondersteunen de hypothese dat de verhoogde aanwezigheid van stikstof kan leiden tot onevenwicht van nutriënten in bomen.
Stikstof N > https://nl.wikipedia.org/wiki/Stikstof_(element)
Stikstof speelt als belangrijk bestanddeel van enzymen een essentiële rol in de stofwisseling van planten. Een te lage stikstofvoorziening resulteert in een lichtgroene tot geelachtige verkleuring van naalden of bladeren. De verkleuring is egaal over de naalden verdeeld. Bij stikstofgebrek zijn de naalden en bladeren kleiner dan normaal en er treedt een algemene groeivermindering op. Overmaat van stikstof kan tot uiting komen in een zeer donkergroene tot dofgroene bladkleur en intensiveert het optreden van symptomen van o.a. fosfor-, kalium- en magnesiumgebrek. Stikstof is een mobiel element dat bij een krappe bevoorrading uit de oudere naalden naar de jonge, fysiologisch actievere naalden verplaatst kan worden. Onder normale omstandigheden worden de hoogste stikstofgehaltes daarom in de jongste naaldjaargang aangetroffen. Hoge stikstofconcentraties kunnen echter ook leiden tot verhoogde gevoeligheid voor vorst en infectie door de schimmel Sphaeropsis sapinea. (van den Burg & Schaap, 1995)
- zorgt voor de vorming van het bladgroen
- zorgt voor de stengel- en bladgroei van de plant
- is te vinden in zwavelzure ammoniak, kalkammonium salpeter, kalksalpeter en ureum
Fosfor, P > https://nl.wikipedia.org/wiki/Fosfor
Net zoals stikstof is fosfor een bestanddeel van enzymen, en dus een belangrijk element in de stofwisseling van planten. Fosforgebrek uit zich veelal in een donkere, vaalgroene kleur van de naalden, die vaak met zwarte algen zijn bedekt. Bij ernstig gebrek treedt een verkleuringspatroon op dat boomsoort specifiek is. De naalden zijn klein en de oudere naalden worden bij sommige boomsoorten necrotisch. Fosforgebrek is in de praktijk echter vrij moeilijk waar te nemen. Net zoals stikstof kan ook fosfor door de boom vanuit de oudere naalden verplaatst worden naar de jongere naalden. Bij een lage beschikbaarheid van fosfor concentreert de boom de opgenomen hoeveelheden in de jongere weefsels, en tracht zo de verliezen zo beperkt mogelijk te houden.
- heeft invloed op de bloei, de vruchtzetting en de zaadontwikkeling
- is gunstig voor de wortelontwikkeling van de jonge planten
- heeft invloed op de houdbaarheid van de vruchten
- zit in superfosfaat, Thomasslakkenmeel
Kalium K > https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalium
Kalium heeft een sturende functie in de regeling van de transpiratie en is daardoor van essentieel belang voor de waterhuishouding van planten. Een tekort aan kalium verhoogt de gevoeligheid voor schimmelinfecties, beïnvloedt de groei ongunstig en veroorzaakt een vermindering van de droogte- en vorstresistentie. Bij dennen resulteert kaliumgebrek in een lichtgroene tot geelgroene verkleuring van de toppen van de halfjarige naalden, terwijl de basis groen blijft. De overgang van het geelgroene naar het groene gedeelte verloopt zeer geleidelijk. Deze naalden hebben echter een normale grootte en er ontstaan bijna nooit necrotische naaldtoppen. Kalium- en magnesiumgebrek zijn bij jonge bomen moeilijk van elkaar te onderscheiden, vooral in het beginstadium.
Net zoals stikstof en fosfor kan ook kalium vanuit de oudere naalden verplaatst worden naar de jongere naalden.
- regelt de waterhuishouding van de plant
- helpt bij de vorming en het transport van het zetmeel
- is belangrijk voor de knolvorming
- het vergroot de weerstand tegen ziektes
- het beïnvloedt de houdbaarheid
- vinden wij in Patentkali en zwavelzure kalk
Calcium, Ca > https://nl.wikipedia.org/wiki/Calcium
Calcium is van essentieel belang voor verschillende fysiologische processen in planten. Calcium is een belangrijke antagonist van kalium. Bij hoge concentraties in het wortelbereik kan de opname van kalium geremd worden. (K/Ca-antagonisme op kalkrijke bodems) Calciumgebrek veroorzaakt bij jonge grove dennen een heldergele verkleuring van de naalden aan de top van de eindscheut en de zijscheuten. Deze naalden zijn dikwijls kleiner dan deze aan het midden en de basis van de scheut en hebben vaak necrotische punten. De knoppen kunnen soms sterke harsuitvloei vertonen. Bij dennen van enkele meters hoogte worden Ca-gebreksverschijnselen niet meer waargenomen. De symptomen van kaliumgebrek kunnen verward worden met deze van calciumgebrek, maar het eerste verschijnsel treedt op aan alle naalden van de halfjarige scheut, veroorzaakt nooit necrotische naaldpunten en een geelgroene maar nooit een heldergele verkleuring van de naaldtoppen. Over de fysiologische betekenis van de verhouding van calcium t.o.v. stikstof in bladeren en naalden is momenteel nog te weinig bekend.
- helpt bij de opbouw van het eiwit en de vorming van de celwand
- werkt op de bodem in waar het zorgt voor: de binding van de bodemzuren, het losmaken van de voedingsstoffen uit de grond en de humus (kalk maakt rijke ouders maar arme kinderen)
- biedt hulp bij de stikstofbinding door bacteriën
- verhoogt de algemene biologische activiteit
- geeft een structuurverbetering aan kleigronden
Magnesium, Mg > https://nl.wikipedia.org/wiki/Magnesium
Magnesium is het centraal element in chlorofyl en is dus van groot belang voor het assimilatievermogen van de boom. Gebrek leidt tot afbraak van chlorofyl, wat tot uiting komt in typische verkleuringsverschijnselen en storingen in de groei. Magnesiumgebrek leidt bij dennen tot een hardgele verkleuring van de naaldtoppen: bij jongere bomen zijn de halfjarige naalden verkleurd, bij oudere exemplaren begint de verkleuring bij de oudere naalden. In tegenstelling tot kaliumgebrek is de overgang van de gele naaldtop naar de groene naaldbasis vrij scherp. In hun beginstadia zijn kalium- en magnesiumgebrek echter moeilijk te onderscheiden. Magnesiumgebrek is één van de meest frequente vormen van voedingsonevenwicht op zure bodems. Magnesium is mobiel in de plant, en kan dus eenvoudig getranslokeerd worden van de oudere naar de jongere, fysiologisch actievere naalden.
- dit is nodig voor de vorming van het bladgroen
- het bevordert het vervoer van de voedingsstoffen in de plant
- Maerl en Kieseriet bevatten veel Mg
Zwavel, S > https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwavel
Zwavel is als bouwsteen van proteïnen en aminozuren een essentieel element in planten. Normalerwijze volstaat het in de bodem aanwezige sulfaat om aan de zwavelbehoefte van bomen te voldoen. Afgezien van opname via de wortels kunnen bomen zwavel ook opnemen uit de lucht (SO2, SO3). Deze opname via antropogene gassen leidt tot een accumulatie van zwavel in de bladeren en naalden. In de vorm van sulfaat vervult het een belangrijke rol in de waterhuishouding van de plant, maar ook voor de ademhaling en voor het metabolisme. Zwavel ligt in de plant in eiwitten en organische structuren ingebouwd. Het is bij een gebrek dus moeilijk te verplaatsen naar jongere weefsels.
Mangaan, Mn > https://nl.wikipedia.org/wiki/Mangaan
Mangaan is een vooraanstaand spoorelement dat als katalysator nodig is voor celmembranen en de vorming van chloroplasten. Ernstig mangaangebrek geeft, net als ijzer- of magnesiumgebrek, een geelgroene kleur tussen de bladnerven.
Koper, Cu > https://nl.wikipedia.org/wiki/Koper_(element)
Koper kan de activiteit van de bodem verstoren, omdat het een negatieve invloed heeft op de activiteit van micro-organismen en wormen.
IJzer, Fe > https://nl.wikipedia.org/wiki/IJzer_(element)
IJzer is belangrijk voor de stofwisseling van de plant en is essentieel voor de aanmaak van chlorofyl. IJzer is slecht opneembaar voor de plant en alleen in bepaalde vormen en onder de juiste omstandigheden. Opneembaarheid is sterk afhankelijk van de pH, in zure bodems is genoeg ijzer aanwezig. IJzer is niet mobiel en jonge naalden kunnen dus geen ijzer onttrekken aan oudere naalden.
Een tekort uit zich door een sterke verbleken, tot wit aan toe, van de jonge naalden en groeischeuten tussen de nerven. Het lijkt op een magnesiumtekort maar hier is de verkleuring duidelijk meer geel van kleur, terwijl bij een ijzertekort dit veel meer richting wit gaat.
Zink, Zn > https://nl.wikipedia.org/wiki/Zink_(element)
Zink speelt een rol bij de groei van blad, stam, en takken. Zink is een belangrijk component van vele enzymen, ook van het groeihormoon auxine. Een laag niveau van auxine zal de groei van de takken en scheuten vertragen. Zink is ook een bouwsteen in bladgroen en belangrijk voor het functioneren hiervan. Dennen die genoeg zink tot hun beschikking hebben kunnen langere perioden van droogte goed doorstaan. Zink is een immobiel element, waardoor gebreksverschijnselen zich voornamelijk voordoen in de nieuwe delen van de plant. Tekort aan zink zorgt er voor dat op de oudere bladeren gele vlekken (chlorose) verschijnen welke zich daarna uitbreiden naar de jongere bladeren. De naalden blijven achter in groei, en er ontstaan vervormde naalden in de top van de den. De den is op nieuwe groei bleek van kleur en tussen de nerven nog meer.
Bemesting
Een goede en regelmatige bemesting die in alle elementen voorziet kan gebrekverschijnselen voorkomen. De meeste meststoffen voorzien echter alleen in de behoefte aan NPK, soms zijn ze aangevuld met Mg.
Voor een goede gezondheid is het dus wenselijk om aanvullend ook de nodige mineralen aan te bieden.
Het merk Matsu, verkrijgbaar bij BonsaiPlaza, voorziet in deze behoefte met een aantal gebalanceerde producten zoals Visemulsie en Bio-Alg.
Deze kunnen in het groeiseizoen als aanvulling op de vaste bemesting worden gegeven.
Zie: www.bonsaiplaza.com/nl/verzorging/mest/
© De Bonsaihut