Beschrijving: Wordt in Japan Yama-momiji genoemd, wat letterlijk betekent: berg-esdoorn. Oorspronkelijk afkomstig uit Japan en China. Er bestaan enorm veel variëteiten (cultivars) van de Japanse esdoorn. Verschillen kan je vinden in de kleur en vorm van het blad, de kleur van de stam en takken, type schors en groeiwijze. Alle soorten hebben bij mijn weten ingesneden palmachtige (vandaar de naam palmatum) bladeren. Meestal met vijf lobben of meer, en afhankelijk van de soort is het blad diep ingesneden met getande randjes.
Enkele bekende cultivars zijn: Seigen, Deshojo, Chisio, Shishigashira, Arakawa (letterlijke vertaling: ruwe schors), Kiyohime. (een dwergvariëteit) De Japanse esdoorn is één van de meest populaire gebruikte soorten voor bonsai en heeft, volgens mij, veel te maken met de spectaculaire verkleuringen van het blad per seizoen. De meeste soorten zijn redelijk winterhard, en kunnen onder normale omstandigheden ons klimaat wel aan. Bomen die laat in het jaar bewerkt zijn, plaats je echter toch beter wat beschut in een koude kas.
Verpotten: Volg in het voorjaar, net voor het uitlopen van de knoppen, de standaard procedure voor verpotten. Als grondmengsel is pure akadama geschikt. Zorg alleszins voor een goed drainerend substraat. Neem maximaal 1/3 tot 1/2 van de wortelmassa weg. Afhankelijk van de trainingsfase verpotten om de 2 tot 5 jaar.
Standplaats: Meestal wordt half-schaduw aangeraden wegens snelle verbranding van het blad. Maar dit zou dan toch eerder liggen aan de combinatie van teveel zon, en uitdrogende wind. Het liefst krijgen zij gefilterd licht door de bladeren van een grotere loofboom. Vooral de roodbladige soorten krijgen snel bruine bladranden door verbranding in de volle zon. Vlak na het uitlopen van de bladeren zijn ze vatbaar voor late vorst en een enigszins beschutte standplaats is daarom aan te bevelen. Kan dus wel wat meer zon hebben dan gedacht, maar best toch wat beschut plaatsen. Verbranding van de schors is net als bij een beuk een reële mogelijkheid. Let vooral op uitdrogende wind in de winterperiode, hierdoor kun je fijnere vertakking verliezen. Tijdens de heetste zomerdagen is het gebruik van schaduwnetten aangeraden. Zorg ook voor een goede ventilatie onder en rondom de pot. Ook oppassen voor vroegtijdig uitlopen van de knoppen, mochten ze in de winter wat te warm staan.
Watergift: Esdoorns houden wel van wat vochtigheid, en hebben ook graag koelere wortels. Toch opletten voor wortelrot, geef zeker niet teveel water. Probeer eerder een matige vochtigheid te behouden.
Voeding: Vanaf na het uitlopen van de knoppen tot aan de herfst, organische bemesting geven. (Biogold, Abrakas, vis-emulsie) Ik heb al dikwijls gelezen dat je het best een interval in je bemesting kunt inbouwen tijdens het midzomer gedeelte, en dit zou iets te maken hebben met het ontwikkelen van fijnere vertakking. Vanaf de nazomer stikstofarme voeding gebruiken, Vivikali van DCM om de loten af te harden voor de winter.
Ook op bladvoeding reageren Acer’s goed. Zelf gebruik ik OE Foliaire van Sumo, of Visemulsie
Technieken: Op Acer’s kan je goed bladsnoei toepassen, met als doel fijnere vertakking en verkleining van het blad te krijgen. Doe dit wel alleen op gezonde exemplaren. Met behulp van een scherpe bladsnoeischaar verwijder je de blaadjes, maar laat wel het steeltje van het blad staan. Hierdoor wordt de aanzet niet beschadigt, waar de hormonen zitten, en kan er zich een knop ontwikkelen. Nieuwe groei verschijnt meestal binnen de twee of drie weken. Je kunt bij een esdoorn geheel of gedeeltelijk het blad snoeien. Bij gedeeltelijk bladsnoei verwijder je de te grote bladeren. Op deze manier is de boom minder vatbaar voor stressproblemen dan bij gehele bladsnoei. Ook kun je door selectieve bladsnoei, de kracht van de boom verdelen naar zwakkere zones, of gedeeltes waar nog veel werk is aan de takopbouw. Door tijdens het seizoen veelal de grote bladeren te snoeien creëer je meer licht en lucht binnenin de boom. Hierdoor bevorder je de knopvorming in de boom. Wanneer je om en om bladsnoei toepast, kan dit een positief verlengend effect op de kleurenpracht in de herfst hebben. Sterke gezonde bomen kunnen soms twee keer per jaar bladsnoei verdragen. Pas bladsnoei niet te laat in het seizoen toe, de boom trekt in de herfst de suikers uit de bladeren terug als ondersteuning bij het afharden van de knoppen. Bladsnoei kan je twee jaren na elkaar toepassen, het derde jaar laat je de boom liefst weer op kracht komen door geen bladsnoei toe te passen. Tijdens het uitlopen van de bladeren in het voorjaar kan je esdoorns ‘nijpen’, ook wel pincetteren genoemd. Hierbij wordt de groeitip uit de net geopende knop geknipt. Het doel van pincetteren is het verkrijgen van een fijne vertakking in de eindfase van de ontwikkeling van de boom. Nijpen doe je tijdens het uitlopen van de knoppen, zo vroeg mogelijk. Dit betekent dat je meerdere dagen achtereen bezig bent omdat niet alle knoppen gelijktijdig uitkomen. Wanneer je actief met de boom bezig bent om fijne vertakking te forceren, betekent dit dat je in combinatie met bladsnoei, tijdens het seizoen regelmatig periodes moet pincetteren.
Snoei en bedrading: Esdoorns behoren tot de ABC-bomen en staan bekend om het ‘bloeden’ van snoeiwonden door zijn hoge sapdruk. Snoeien doe je het best als de boom vol in het blad staat, dan is er ook nog voldoende tijd voor de boom om de nieuwe wonden wat te helen. Tip: hou de boom redelijk droog als je snoeit, dit zou het ‘bloeden’ verminderen. Verzorg ook de gemaakte snoeiwonden goed en gebruik wondpasta. Altijd met snoeien een stompje laten staan; het ingedroogde stompje het jaar daarop snoeien tot waar hij ingedroogd is. Alleen bij de Acer buergerianum, met het 3-tandige blad, kun je vlak snoeien. Snoeien in het voorjaar, wanneer de boom opstart laat je best achterwege vanwege dit heftige ‘bloeden’. Het ‘bloeden’kan dagen aanhouden. Bedraden doe je met aluminiumdraad, deze is minder gevoelig voor warmte/koude geleiding aan de takken dan koperdraad. Het beste tijdstip om te bedraden is juni (gaat goed net na de bladsnoei wanneer de vertakking beter zichtbaar is). Opletten met de fijnere vertakking, deze is zeer breekbaar! Ook hier kan je de boom eerst wat droger laten staan, omdat de takken dan wat soepeler worden. Bij een gehele bedrading geef je de boom best een tijdje een beschutte standplaats, zodat deze wat kan bekomen van de ingreep.
Laat in de de winter nooit draad om de takken zitten, dit geeft gegarandeerd taksterfte.
Ziektes: Acers kunnen gevoelig zijn voor bladvlekziektes, meeldauw, bladluizen, koraalvlekkenziekte, en verticilium (verwelkingsziekte). In de bladeren van de gewone esdoorn ontwikkelt zich in de nazomer vaak inktvlekkenziekte, veroorzaakt door de schimmel Rhytisma acerinum. In een vroeg stadium van deze infectie ontwikkelen zich, zoals de naam zegt, paarse tot zwarte inktvlekken. Later verdikt het weefsel van de zwam, tot het uiteindelijk in de late herfst ontwatert en een dik schijnweefsel vormt. Na de winter breekt dit open en ontwikkelt het vruchtlichaam zich, waarna sporenvorming optreedt. Een winterbehandeling met een oplossing van jin-seal en water tijdens de rustperiode voorkomt al veel onheil. Zorg voor voldoende ventilatie rondom de bomen om schimmels zo weinig mogelijk kans te geven. Tegen insectenplagen zijn er allerhande middeltjes beschikbaar.
Leen
© Bron: BonsaiCafe