Het kweken van Satsuki bonsai bomen

Vertaald uit het Japans naar het Engels door Masayasu (Mack) Nishiyama (1)

(1) = verwijzing naar Appendix)

Het kweken van Satsuki bonsai bomen

Ik wil u laten weten welke technieken ik voor het kweken van Satsuki bomen toepas. Deze basistechnieken zijn van belang voor het met succes opkweken van Satsuki bonsai bomen. Deze technieken kunt u naar behoefte aanpassen(2). Omdat geïmporteerde Satsuki bomen uit Japan erg duur zijn, bespaar je jezelf veel geld als je Satsuki vanuit stek opkweekt zoals ik 40 jaar geleden deed.

Het staat u vrij mijn methoden te kopiëren.

I. Het kiezen van grond: Kanuma

Er zijn vijf klassen harde Kanuma die gezeefd en naar maat gesorteerd te koop zijn: zeer fijn, fijn, klein, middelmaat en groot. In Nederland kun je niet alle soorten (gemakkelijk) krijgen.

Voor het verpotten van Satsuki bomen is het gemakkelijk als je over gesorteerde Kanuma beschikt. Je kunt de Kanuma ook zelf zeven in de vijf klassen: zeer fijn, fijn, klein, middelmaat en groot. Ontdoe de Kanuma altijd van stof.
Gebruik geen zeer fijne Kanuma, want er slaat stof op de bodem van de pot neer en die slibt dicht met het water geven. De grond wordt dan hard.

Er bestaat ook zachte Kanuma, maar ik heb bij het kweken van Satsuki bomen betere ervaringen met harde Kanuma. Zachte Kanuma is in Nederland beperkt te koop. Als u zachte Kanuma gaat gebruiken (als harde Kanuma niet voorhanden is) neem dan in ieder geval de wat grovere soorten, de fijnere soorten verpulveren snel in een pot.

A. Opkweken van stekken naar jonge boompjes

      1. Begin met het voorbereiden van ondiepe grote potten of zaaibakken. U kunt het beste harde fijne Kanuma gebruiken (3).
      2. Het hergebruiken van oude grond wordt afgeraden in verband met eventuele ziekten. Nieuwe grond heeft ook het voordeel dat het harder is, het is nog niet zacht geworden.

B. Verpotten van Satsuki stekken en bomen.

        1. Het verpotten van jonge stekken en bomen vindt eind februari / begin maart (in Nederland) plaats.
        2. Ik gebruik voor de stekken gemengde soorten Kanuma: 60% kleine en 40% middelmaat. Ik vul de pot half met middelgrote Kanuma en vul aan met een mengsel van 50% klein en 50% middelmaat. Gebruik geen diepe potten behalve voor kengai. De cascade-stijl bomen mogen in diepe potten omdat je bij deze stijl geen last hebt bij het verpotten van diep uitgegroeide wortels. Bij alle andere stijlen wil je liefst geen diepe wortels stimuleren als de bomen later in ondiepe potten zullen komen. In het geval van jonge bomen hebben kleinere potten het nadeel dat het lastig is om ze water te geven. Als u een grotere maat pot neemt kunnen ze snel en sterk groeien.
        3. Half ontwikkelde Satsuki bonsai bomen verpot ik met middelmaat Kanuma onderin de pot tot op 3/5 hoogte. Er bovenop komt een mengsel van 40% klein en 60% middelmaat Kanuma. Als de pot erg groot is (45 cm), leg ik onderin (de onderste 20% van de hoogte van de pot) de grote maat Kanuma. In de erboven liggende helft van de pot (40% pothoogte) doe ik de middelgrote Kanuma en voor de resterende bovenste 40% pothoogte gebruik ik een mengsel van 40% klein en 60% middelmaat Kanuma.
        4. Als je de jonge bomen voor de derde keer verpot (in maart of na de bloei in juni van het volgende jaar) is het goed de wortels goed uit te spoelen of te spuiten zodat alle oude grond verwijderd wordt. Neem dan ook de tijd om de wortels met behulp van een pincet netjes naast elkaar te leggen om een mooie wortelvoet (Nebari) te produceren. Dit is de eerste gelegenheid om een boom als bonsai boom te vormen. We hopen allemaal dat onze bomen een goede Nebari krijgen.
        5. Het is aan te bevelen jonge en half voltooide bomen om de drie jaar (Japan) te verpotten en elke vier jaar in Nederland mits ze sterk en gezond zijn. Het is belangrijk de oude grond zoveel mogelijk te verwijderen maar dat is ook moeilijk. Je richt al gauw grote schade aan. Wanneer ik in maart om de drie jaar een aantal bomen verpot, spoel ik de wortels grondig uit en verwijder alle bloemknoppen. De bomen hoeven in dat jaar dan hun energie niet aan de bloemen te besteden en daardoor kunnen de wortels herstellen.
        6. Op hetzelfde moment verwijder je alle wortels die verticaal naar beneden groeien. Deze dragen niets bij aan een goede Nebari maar ze vormen een harde wortelkluit. Deze verticale wortels verzwakken de top van de boom en na ongeveer acht jaar sterven takken van bovenaf af en na ongeveer 15 jaar sterft de boom mogelijk helemaal.
        7. Na het verpotten van jonge bomen en bonsai, moet je zoveel water geven totdat er weer helder water uit de pot komt. De stof die in het Kanuma mengsel zat is hierdoor uit de grond verwijderd. 
      Op de foto is de langste stek 18 cm.

Het is belangrijk dat bomen bij het verpotten goed in de pot worden vastgezet. Alleen als er geen beweging meer in de boom mogelijk is kunnen de nieuwe wortels onbelemmerd uitgroeien.

Hier een filmpje “Boom bevestigen met touw”, https://www.youtube.com/watch?v=f3uesFtX1Y4

II. Het laten groeien van Satsuki bomen

Jonge boompjes zijn duur in Nederland. Het is zinvol om meer bomen te laten groeien dan je nodig hebt. Je kunt de mooiste zelf houden en de andere bomen weggeven aan vrienden en kennissen die belangstelling hebben voor bloeiende bomen. Hiermee wordt ook de aantrekkingskracht van Satsuki in bredere kring verspreid.

A. Hoe kies je de goede stekken?

      1. Wanneer u bomen met prachtige veelkleurige bloemen wilt, moet u een stek nemen van de takken die bloemen met smalle strepen dragen. Neem geen stek van takken met zuiver rode of witte bloemen en ook niet van takken met bloemen die fijne vlekjes hebben. Gebruik vooral geen takscheuten met een rode steel die Fukurin bloemen dragen. Fukurin bloemen zijn aan de buitenkant wit, in het centrum van de bloem zijn ze donker van kleur. Als de ‘ouder-boom’ maar een enkele kleur bloemen maakt, kun je stekken nemen van elk deel van de boom.
      2. In Nederland kun je het best begin juni stekken nemen, de nieuwe scheuten van de ouder-boom zijn dan al een beetje verhard. Met stekpoeder zorg je voor een snellere wortelvorming. Om de stek voldoende vochtig te houden kun je een doorzichtige plastic zak over de stek in het potje doen (het plastic mag het blad raken). De ideale temperatuur is ongeveer 25 graden. Na 4 tot 6 weken hebben de nieuwe stekken wortels.

B. Neem lange stekken en bereid ze voor op bonsai groei.

      1. Neem stekbakjes of grote ondiepe potten voor de stekken. Leg er eerst een dun laagje natte veenmos in vul daarna aan met fijne Kanuma.
      2. Gebruik stekpoeder (of een bewortelingshormoon) om wortelgroei te bevorderen en leg een goede basis voor mooie Nebari. U kunt stekpoeder of een hormoonproduct bij goede tuincentra kopen.
      3. Steek de stekken in een hoek van 45 graden schuin rechts in de veenmos helemaal door tot de bodem van de kweekbak. Ze kunnen dan geen wortels naar beneden maken en je houdt na de beworteling de maximale lengte van de stekken over. Voorkom dat de wortels van de stekken in elkaar groeien door voldoende tussenruimte te houden.
      4. Verpot eind juli of begin augustus de nieuw gewortelde stekken in kleine plastic potten van ongeveer 6 cm. Door het gebruik van veenmos op de bodem van de kweekbak zullen de stekken massa’s fijne nieuwe wortels hebben geproduceerd die in het mos gegroeid zijn. Bij het verpotten moet u de nieuwe wortels zorgvuldig uitzoeken, los snijden van het mos en netjes met een pincet naast elkaar leggen. Verwijder niet al het mos om de wortels zo min mogelijk te beschadigen. Maak cross-overs van de wortels ongedaan en zorg voor een goede radiale spreiding van wortels die later tot een mooie Nebari kunnen doorgroeien.
      5. Het is belangrijk om de verpotte stekken na twee weken zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen te geven. Het verdient aanbeveling de temperatuur (ook in de winter) boven de 10oC. te houden. Als u in het bezit bent van een kas biedt dit ook een goede beschutting. Geef in deze (temperatuur) omstandigheden om de twee weken dezelfde hoeveelheid voeding. Wanneer u in de top een bloemknop ziet verschijnen direct verwijderen. Verwijder ook nieuwe zijscheuten. Dit levert u het volgende jaar langere boompjes op. Je hebt twee jaar de tijd om lange boompjes te laten groeien, daarna is het steeds moeilijker om extra hoogte (of lengte) in de boom te krijgen.
      6. Verpot in maart of april van het tweede jaar uw stekken in 15 cm. ondiepe terracotta potten (of bakken).
      7. Laat ze nu twee jaar doorgroeien en verwijder alle zijscheuten en eventuele bloemknoppen. Als de stekken de gewenste hoogte hebben bereikt dan kunt u ze bedraden en in de gewenste vorm buigen. Als bomen nog niet voldoende hoogte hebben moet u alle zijscheuten en bloemknoppen blijven verwijderen, hoewel ze waarschijnlijk niet veel groter zullen worden, maar kleine boompjes mogen er ook zijn.
      8. Om de groei te blijven bevorderen moet u de stekken (of jonge Satsuki’s) alle twee weken blijven voeden met zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen. Bladbemesting kunt u toepassen als bij de volwassen bomen.

Nadat de bonsais twee jaar hebben kunnen groeien (ze zijn nu drie jaar) kunt u ze in februari / maart van het nieuwe jaar in grotere ondiepe terracotta potten (18 cm) verpotten. Op dit moment kunt u de bomen op de gewenste hoogte snoeien, vormen en bedraden. Bij het verpotten moet u driekwart van de oude grond verwijderen. Als de jonge boompjes groter zijn dan 70 cm. kunt u ze in een aanzienlijk grotere pot zetten. Dit bevordert de groei. Blijf ze iedere twee weken lage doses organische mest geven. In dit stadium kunt u nu elke nieuwe scheut die past in het ontwerp laten uitgroeien.

stekken 3 jaar vrijuit laten groeien
      1. Na weer twee of drie jaar kunnen in maart de grotere en stevigere jonge bomen in ondiepe terracotta potten (21 cm.) worden verpot. Opnieuw bedraden en snoeien en bij het verpotten de wortels uitspoelen of afspuiten. Nu kunnen de bomen grotere hoeveelheden organische meststoffen aan: geef ze dit viermaal per jaar (in het midden van maart, eind april, na de bloei en begin september)
      2. Als u een snelle groei belangrijk vindt, snoei de boom dan in maart en verwijder alle bloemknoppen. Als u de bloemkleur wilt vaststellen, kunt u ze ook na de bloei snoeien. Als u nieuwe scheuten op de stam ziet moet u deze niet snoeien. Dat doet u in het jaar erop. Deze scheuten op de stam bevorderen de verdikking van de stam. Als deze ongewenste stamscheuten ongeveer 30 cm lang zijn, is het tijd om ze terug te knippen
      3. Zodra een goede vorm, grootte en stijl van de Satsuki boom is bereikt, kunt u ze in geschikte bonsai potten verpotten. Was de wortels weer goed en ontdoe de kluit van alle oude grond. De bomen die nog niet het juiste stadium hebben bereikt, kunt u nu ook verpotten. Zet ze dan terug in dezelfde terracotta training pot waar ze in stonden, maar met nieuwe Kanuma.

C. Snelle kweek voor Shohin

      1. Neem in juni jonge stekken, gebruik bewortelingshormoon en steek ze in een kweekbak of ondiepe pot in fijne Kanuma grond.
      2. Verpot eind juli of begin augustus elke stek in plastic potten met een doorsnee van 6 cm. Ze hebben nu een groot aantal fijne witte wortels. Zorg voor een goede radiale spreiding van wortels (gebruik een pincet) ten behoeve van een mooie Nebari. Drie weken later kunt u ze zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen geven tot aan de najaarsbemesting eind september. Geef deze bemesting volgens de aanwijzingen.
      3. Vanaf het volgende jaar (in het tweede en derde jaar) kunt u ze beter vier keer kleine hoeveelheden organische meststoffen geven. Doe dit vanaf midden maart; eind april; na de bloei en in het begin van september.
      4. Als de bomen na twee jaar de gewenste hoogte hebben bereikt, moet u in maart de stammen bedraden en vormen. Verpot ze dan in 15 cm. ondiepe terracotta potten. Verwijder in de herfst het ingegroeide draad.
      5. Weet u de bloemkleur (zie hiervoor par. 2A)? Dit is meestal de kleur van de ouder-boom, soms wijkt de kleur af. U kunt ook een enkele knop laten uitkomen in een van de opkweekjaren zodat u zeker weet dat de boom de kleur bloemen heeft die u wilt. Snoei de bomen in februari / maart van het vierde jaar (dus na de twee jaar organische bemesting).
      6. Als u wilt dat de boom snel groeit, moet u nieuwe scheuten laten staan. Kort alleen door het jaar heen de langste scheuten in. Vanuit het principe ‘lengtegroei = diktegroei’ zal het laten doorgroeien van takken een dikkere stam / tak opleveren.
      7. Weer twee jaar later (het zesde jaar dus) moet u in maart of juni (na de bloei) snoeien en verpotten in een beetje grotere ondiepe terracotta potten. Hou nu bij het snoeien alleen de scheuten/ takken over die voor de vorm van de bonsai nodig zijn. Bedraad de takken indien nodig. Elk jaar dat u de bomen snoeit, moet u de leidende scheuten (gevestigde takken) vervangen door dunnere scheuten, bedraden en op zijn plaats zetten. Dit moet elk jaar worden herhaald om een ​goede shohin krijgen. Als u zo te werk gaat krijgt u snel een dikke stam. Shohin wil je met een dikke stam en om de takken niet even dik te laten worden moet je ze een aantal keer verjongen. Je wilt niet dat de takken net zo dik worden als de stam want dan klopt de verhouding stam / tak niet. Als een bestaande gevestigde of leidende tak kan worden vervangen door een nieuwe scheut die dus bedraad en op zijn plaats gezet moet worden moet u dit voorzichtig doen want de nieuwe scheuten zijn zeer fragiel. Verwijder vervolgens de ‘gevestigde’ tak
      8. Om de groei te blijven bevorderen moet u de stekken (of jonge Satsuki’s) alle twee weken blijven voeden met zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen. Bladbemesting kunt u toepassen als bij de volwassen bomen.
      9. Nadat de bonsais twee jaar hebben kunnen groeien (ze zijn nu drie jaar) kunt u ze in februari / maart van het nieuwe jaar in grotere ondiepe terracotta potten (18 cm) verpotten. Op dit moment kunt u de bomen op de gewenste hoogte snoeien, vormen en bedraden. Bij het verpotten moet u driekwart van de oude grond verwijderen. Als de jonge boompjes groter zijn dan 70 cm. kunt u ze in een aanzienlijk grotere pot zetten. Dit bevordert de groei. Blijf ze iedere twee weken lage doses organische mest geven. In dit stadium kunt u nu elke nieuwe scheut die past in het ontwerp laten uitgroeien.
      10. Na weer twee of drie jaar kunnen in maart de grotere en stevigere jonge bomen in ondiepe terracotta potten (21 cm.) worden verpot. Opnieuw bedraden en snoeien en bij het verpotten de wortels uitspoelen of afspuiten. Nu kunnen de bomen grotere hoeveelheden organische meststoffen aan: geef ze dit viermaal per jaar (in het midden van maart, eind april, na de bloei en begin september)
      11. Als u een snelle groei belangrijk vindt, snoei de boom dan in maart en verwijder alle bloemknoppen. Als u de bloemkleur wilt vaststellen, kunt u ze ook na de bloei snoeien. Als u nieuwe scheuten op de stam ziet moet u deze niet snoeien. Dat doet u in het jaar erop. Deze scheuten op de stam bevorderen de verdikking van de stam. Als deze ongewenste stamscheuten ongeveer 30 cm lang zijn, is het tijd om ze terug te knippen
      12. Zodra een goede vorm, grootte en stijl van de Satsuki boom is bereikt, kunt u ze in geschikte bonsai potten verpotten. Was de wortels weer goed en ontdoe de kluit van alle oude grond. De bomen die nog niet het juiste stadium hebben bereikt, kunt u nu ook verpotten. Zet ze dan terug in dezelfde terracotta training pot waar ze in stonden, maar met nieuwe Kanuma.
      13. Om de groei te blijven bevorderen moet u de stekken (of jonge Satsuki’s) alle twee weken blijven voeden met zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen. Bladbemesting kunt u toepassen als bij de volwassen bomen.
      14. Nadat de bonsais twee jaar hebben kunnen groeien (ze zijn nu drie jaar) kunt u ze in februari / maart van het nieuwe jaar in grotere ondiepe terracotta potten (18 cm) verpotten. Op dit moment kunt u de bomen op de gewenste hoogte snoeien, vormen en bedraden. Bij het verpotten moet u driekwart van de oude grond verwijderen. Als de jonge boompjes groter zijn dan 70 cm. kunt u ze in een aanzienlijk grotere pot zetten. Dit bevordert de groei. Blijf ze iedere twee weken lage doses organische mest geven. In dit stadium kunt u nu elke nieuwe scheut die past in het ontwerp laten uitgroeien.
      15. Na weer twee of drie jaar kunnen in maart de grotere en stevigere jonge bomen in ondiepe terracotta potten (21 cm.) worden verpot. Opnieuw bedraden en snoeien en bij het verpotten de wortels uitspoelen of afspuiten. Nu kunnen de bomen grotere hoeveelheden organische meststoffen aan: geef ze dit viermaal per jaar (in het midden van maart, eind april, na de bloei en begin september)
      16. Als u een snelle groei belangrijk vindt, snoei de boom dan in maart en verwijder alle bloemknoppen. Als u de bloemkleur wilt vaststellen, kunt u ze ook na de bloei snoeien. Als u nieuwe scheuten op de stam ziet moet u deze niet snoeien. Dat doet u in het jaar erop. Deze scheuten op de stam bevorderen de verdikking van de stam. Als deze ongewenste stamscheuten ongeveer 30 cm lang zijn, is het tijd om ze terug te knippen
      17. Zodra een goede vorm, grootte en stijl van de Satsuki boom is bereikt, kunt u ze in geschikte bonsai potten verpotten. Was de wortels weer goed en ontdoe de kluit van alle oude grond. De bomen die nog niet het juiste stadium hebben bereikt, kunt u nu ook verpotten. Zet ze dan terug in dezelfde terracotta training pot waar ze in stonden, maar met nieuwe Kanuma.

        Nikko is 23 jaar oud, hoogte = 25 cm., omtrek = 26 cm. De boom werd in maart  verpot. 

D. Kweken van meerstammige Shohin.

      1. Voor een meerstammige Shohin gebruik je oude scheuten die enkele nieuwe scheuten op hun toppen hebben als stek. Neem deze stek(ken) in juni. Gebruik bewortelingshormoon (of stekpoeder) om de wortelproductie te versnellen.
      2. Verwijder dan ook de inmiddels gevormde bloemknoppen en nieuwe zijscheuten (die na de bloei al zijn gevormd).
      3. Als de stek maart of april van het volgende jaar veel fijne witte wortels heeft, kunt u ze verpotten in een 15 cm. ondiepe terracotta pot. Leg de wortels radiaal met een pincet zoals hierboven beschreven. Na 3 weken kunt u de stek(ken) zeer kleine hoeveelheden organische meststoffen geven. Geef dit in juni, juli en augustus.
      4. Als de bomen na twee jaar de gewenste hoogte hebben bereikt, moet u in maart de stammen bedraden en vormen. Verpot ze dan in 15 cm. ondiepe terracotta potten. Verwijder in de herfst het ingegroeide draad.
      5. Weet u de bloemkleur (zie hiervoor par. 2A)? Dit is meestal de kleur van de ouder-boom, soms wijkt de kleur af. U kunt ook een enkele knop laten uitkomen in een van de opkweekjaren zodat u zeker weet dat de boom de kleur bloemen heeft die u wilt. Snoei de bomen in februari / maart van het vierde jaar (dus na de twee jaar organische bemesting).
      6. Als u wilt dat de boom snel groeit, moet u nieuwe scheuten laten staan. Kort alleen door het jaar heen de langste scheuten in. Vanuit het principe ‘lengtegroei = diktegroei’ zal het laten doorgroeien van takken een dikkere stam / tak opleveren. ).
      7. Vanaf het jaar erop is het beter de stek(ken) vier keer per jaar kleine hoeveelheden organische meststoffen te geven. Doe dit vanaf midden maart, eind april, na de bloei en in het begin van september.
      8. Nadat ze twee of drie jaar vier keer bemest zijn moet in februari of maart de stam worden bedraad, gevormd en verpot. Let er wel op dat de bomen groot genoeg moeten zijn om dat te doen. En als de vorm van de stam gezet/gefixeerd is (dat duurt ongeveer een half jaar, vaak wat korter) nooit vergeten de draad te verwijderen als je ziet dat de draad begint in te groeien.
      9. Als er aan de basis van de stam of uit de grond aan de basis nieuwe scheuten verschijnen, kun je deze behouden als extra stammen.
      10. Als u snoeit en bedraadt in maart is het een goed moment de topleiders (de dikkere groeipunten) te vervangen door dunnere scheuten. Hierdoor bevordert u de tapsheid van de boom.
      11. Een meerstammig ontwerp heeft altijd een ​oneven aantal stammen. Maar een tweestammig -even- ontwerp is ook mogelijk. Een goede stek voor een meerstammige Shohin. Meerstam, onbekende variëteit Satsuki. De hoogte van de langste stam is 34 cm.  (jaar niet bekend; evenmin als de leeftijd van de boom).

E. Kweken van mini (MAME) bonsai.

      1. Hetzelfde doen als 1 en 2 van paragraaf “C. Snelle kweek van Shohin.” Het is wel aan te raden om kleinbloemige soorten te nemen voor Mame.
      2. In maart of april van het volgende jaar moet u de stekken verpotten in 12 cm. ondiepe terracotta potten. Rangschik de nieuwe wortels voorzichtig met een pincet voor een mooie Nebari.
      3. Omdat de mini bonsai niet snel hoeft te groeien is het voldoende als u twee keer per jaar een kleine hoeveelheid organische meststof geeft.
      4. Verwijder alle ongewenste zijscheuten van de stam en zorg dat de sneden netjes glad langs de schors gemaakt worden.
      5. Bedraad na 2 of 3 jaar in maart de stam en zijscheuten en verpot de mini bonsai als ze de geschikte vorm hebben in 15 cm ondiepe terracotta potten. Als de boompjes de cascade of semi-cascade stijl hebben moet u ze in kleinere diepe potten zetten. Verwijder al het draad in de herfst.
      6. Snoei de boompjes nadat u de kleur van de bloemen weet (en dus kunt besluiten of u met deze kleur Satsuki verder wilt).
      7. Na de volgende twee jaar moet u de boompjes in maart opnieuw bedraden nadat u ze gesnoeid heeft.
      8. Eventueel kunt u de hoofdtak door een nieuwe scheut vervangen als u de nieuwe scheut meer geschikt vindt. Verwijder ongewenste zijscheuten direct wanneer u ze ziet. Ongewenste zijscheuten dikker laten worden dient geen doel.
      9. Bij het verpotten kunt u dezelfde pot opnieuw gebruiken.
      10. Water geven in de zomer is erg belangrijk; de potten zijn klein en dan is twee of drie maal per dag water geven absoluut nodig. Controleer in die tijd ook regelmatig of de boompjes nat genoeg zijn; een gebrek aan water is in zomer en winter dodelijk. “Een droge Azalea is een dode Azalea.”

        Nyohozan is 12 jaar oud. Hoogte = 17 cm. Deze foto werd genomen op 1 november 2015

        Dezelfde boom in bloei in 2016

F. Water geven van de bomen.

      1. Hoewel Satsuki’s van water houden, moet de grond niet constant te nat zijn. Zoals u hierboven zag is ook het formaat van de boom en de pot van belang.
      2. U kunt de bomen veel water geven als de grond begint te drogen. Dus niet iedere dag de grond een beetje oppervlakkig nat maken. Als u gevoel hebt voor het gewicht van de pot wanneer deze nat en droog is kunt u ook op grond van dit gewicht besluiten of de grond nog voldoende vochtig is. .
      3. U mag geen gebruik maken van zeer fijne Kanuma. Dit houdt veel water vast en belemmert de doorstroming van water en lucht door de grond. De nieuwe wortels worden daardoor onvoldoende van water en lucht voorzien en groeien daardoor te weinig. Als u de Kanuma voor gebruik zeeft, verwijdert u alle zeer fijne deeltjes en stof.
      4. Sproeien van vers en koel water over de bladeren van de bomen op zeer warme zomerdagen, ook als de grond niet droog is, is een perfecte afkoeling. Het werkt als een soort bad voor de bomen. Het is belangrijk om dit in de avond te herhalen.
      5. Als de regen langer dan drie dagen aanhoudt, zet uw bomen dan onder een afdak of zorg er op een andere manier voor dat de grond kan drogen. (Dit geldt vooral als u de boom in zachte Kanuma hebt gezet.)
      6. Een andere mogelijkheid is de pot met behulp van een stuk hout of steen eronder te kantelen. Het water loopt dan gemakkelijker de pot uit en er komt rondom de boom minder op de grond. Voorkom dan wel dat de potten omslaan of omwaaien door ze vast te binden
      7. Wanneer uw Satsuki bloeit geef dan alleen water over de grond (“nemizu” in het Japans) en voorkom daarmee dat de bloemen nat worden. De bloemen blijven dan langer mooi en gaan niet rotten. Als u de boom met bestrijdingsmiddelen heeft bespoten moeten deze niet door de regen weer worden afgespoeld, dan zullen de middelen niet het gewenste effect kunnen hebben.
      8. Als de bomen binnenshuis in bloei staan hou ze dan maximaal 4 dagen binnen en zet ze elke nacht buiten. U mag de bomen als ze binnen zijn geweest na de bloei niet drastisch snoeien. Als u de bomen buiten zet als ze langer dan vier dagen binnen hebben gestaan zullen ze zeer zwak zijn/worden en als u ze dan veel (of zelfs ook normaal) water en meststoffen geeft, pakt dit niet goed uit. Soms zullen ze voor de winter of het volgende jaar sterven.
      9. Controleer tijdens het water geven de kleur van de nieuwe bladeren. Als deze lichtgroen zijn en als de glans ontbreekt, wijst dit op ernstige zwakte van de boom en dit kan/ heeft ernstige gevolgen hebben als er niet wordt ingegrepen. Noodverpotting toepassen, geheel in nieuwe Kanuma.

G. Bemesting van uw bomen.

      1. Satsuki’s groeien het best op een licht zure grond. Dus geef ze geen kalkhoudende meststoffen en zet ze zeker niet in kalkhoudende (alkalische) grond. De meeste commerciële meststoffen zijn licht zuur (de zuurgraad van Azalea/Rhododendron mest staat op de verpakking). Als grond is eigenlijk alleen Kanuma grond -zwak zuur- geschikt.
      2. Kijk elke keer als je meststoffen toedient hoe de conditie van de boom is en hoeveel blad hij heeft. Aan de hand van deze gegevens bepaalt u de hoeveelheid mest die u geeft. Als u ‘100-dagen-mest’ geeft, hoeft u dit niet te beslissen want deze meststoffen komen geleidelijk vrij..
      3. Het best kunt u de Satsuki’s bemesten met organische meststoffen. Koolzaad is een goede meststof als er de voor Satsuki’s noodzakelijke micro-voedingsstoffen aan toegevoegd zijn. Maar er zijn tegenwoordig perfecte Satsuki meststoffen in de handel die alles in zich hebben, bijv. DCM voor Rhododendron.
      4. Afgeraden wordt het bemesten met chemisch samengestelde meststoffen, dit geldt in het bijzonder voor jonge boompjes en jongere bomen. Je geeft snel te veel of te weinig en bij regen spoelen de meststoffen gemakkelijk uit. Chemisch samengestelde meststoffen zijn zelden ontwikkeld voor kleine boompjes en daardoor te sterk. Het is mogelijk dat deze boompjes hierdoor zelfs geen water meer op kunnen nemen, ze kunnen verzwakken en dood gaan. Wilt u toch chemische mest gebruiken verdun dit dan sterk.
      5. Jonge bomen in potten zijn het best af met regelmatig kleine hoeveelheden organische meststoffen. De 100 dagen mest geeft nooit te veel af. Als u de bomen niet regelmatig kunt voeden ga dan niet compenseren door veel mest in een keer te geven. Dat pakt zeker niet goed uit. U kunt dan beter voor de 100-dagen-mest kiezen.
      6. In het voorjaar heeft uw bonsai baat bij een organische meststof met een wat hoger stikstofgehalte, in zomer en herfst kan de boom met een organische meststof met een lager stikstofgehalte toe.
      7. Praktisch zijn grote mestballen van koolzaadmeel met toegevoegde micro-voedingsstoffen die in koolzaad ontbreken. Dit zijn organische meststoffen die in het zomerseizoen gedoseerd meststof afgeven.(4) Ik leg deze ballen altijd op de grond in mijn bonsai potten en ook op potten van de grotere en grootste bomen die nog in ontwikkeling zijn, waarvan de bodem/grond enigszins hard is. Bijna al mijn andere bomen in de potten krijgen organische meststoffen in de vorm van kleine korrels/granulaat (in Nederland bijv. de Rhododendron mest van DCM die 100 dagen meststoffen afgeeft)
        In het begin van de herfst (NL: eind augustus / begin september) geef ik een stikstofarme organische meststof in de vorm van VIVIKALI en “Green King”(een handelsnaam) “Fish Queen” of Fish emulsie. Vis emulsie is gemaakt van -delen van- verschillende soorten vis. Hieraan zijn micro-voedingsstoffen toegevoegd, zodat de meststof optimaal voor de bomen is. Het is vrij goedkoop. Deze bemesting door het jaar heen geeft een goed resultaat.

        Theezakjes gevuld met mest. Zo neergelegd wordt afspoelen voorkomen.

        De grote ballen meststoffen op de rechthoekige pot (breedte = 48 cm)

H. Bedrading stammen en takken.

      1. Satsuki bomen zijn broos, en bedraden is zeker moeilijk als je bang bent dat takken breken. Dit probleem is alleen op te lossen door ervaring met bedraden op te doen. Hoe meer je op jonge bomen oefent, hoe beter je leert hoe je de takken met het bedraden heel kunt houden.
      2. De draad moet circa anderhalf keer de lengte van de stam of tak zijn die je wilt bedraden..
      3. Wind de draad in een hoek van 45 graden om de stam of tak. Afwijking van deze 45 graden -naar boven of naar beneden- zal een slecht resultaat bij het buigen geven. De draad moet goed om de tak sluiten, laat dus geen ruimte tussen de draad en stam of tak.
      4. Wanneer u een stam wilt bedraden, steek dan de draad naast de stam diep in de grond. Hiermee verankert u de draad.
      5. Als u takken wilt bedraden, kiest u een andere tak (of de stam) voor de verankering. Voor het buigen van een tak is een stabiel uitgangspunt vereist. Zonder zo’n punt zal de tak zich slecht laten vervormen. Voor de stabiliteit draait u het draadeinde rond een andere tak, hiermee is er verankering. Of u bedraadt zoveel mogelijk twee takken met een draad.
      6. Let erop dat een losse draad tijdens het bedraden in uw ogen kan komen, dus het is verstandig de draad op de spoel te houden.
      7. Omdat de bast van een Satsuki dun is en snel beschadigt, is het beter om -in plaats van dik draad- twee dunnere draden naast elkaar te winden. Leg de draden dicht naast elkaar en laat ze niet kruisen. Ik gebruik zelf altijd twee verschillende diktes naast elkaar, bijv. 4,5 en 4, eventueel kunt u ook twee draden van dezelfde dikte gebruiken. Ook voor draadlengte geldt: hoe meer jonge bomen u bedraadt, hoe beter u leert welke draadlengte u voor een bepaalde stam of tak nodig heeft.
      8. Voor het verwijderen van draad gebruikt u een kniptang/draadtang. Als u probeert de draad er heel af te halen, zal dit vaak een breuk in stam of tak tot gevolg hebben. Ook jonge nieuwe scheuten kunnen dan schade oplopen. Als de tak na het afwikkelen/afknippen van de draad niet goed gevormd is moet u de stam of tak opnieuw bedraden.
      9. Wanneer u klaar ben met de bedrading knip dan het restant van de draad af. Dat is beter voor uzelf en het voorkomt eventuele beschadigingen van de boom door stoten.
      10. Oud draad wordt door professionals niet opnieuw gebruikt, omdat de veerkracht minder is geworden en het draad meestal niet meer recht is.

III. Algemene verzorging van bomen.

Satsuki bomen zijn sterk en hebben in de vrije natuur een lange levensduur, zelfs in landen met een koeler klimaat, mits ze in de zomermaanden genoeg water krijgen. Ze zijn zo sterk dat zelfs nieuwe groei op het kale hout heel krachtig kan zijn als alle omstandigheden maar goed zijn. Maar als je de bonsai in potten goed verzorgt kun je ook dan volop van de vorm van de boom en de bloemen genieten.

A. Sproeien met pesticiden en fungiciden..

      1. Hoewel de Satsuki sterk is, kunnen insecten soms toch toeslaan, rupsen/bladrollers eten vaak aan bladeren en knoppen. Je kunt de bomen preventief hiertegen behandelen door ze twee keer per maand van april tot oktober met bestrijdingsmiddelen te bespuiten. Omdat veel insecten en wormen resistentie ontwikkelen is het verstandig verschillende soorten pesticiden te gebruiken. Ik gebruik afwisselend vier verschillende soorten pesticiden.(5) Voordat je ze koopt, moet je in tuincentra advies vragen met betrekking tot de actieve ingrediënten. Het is raadzaam bij te houden wat je wanneer spuit.
      2. Satsuki’s kunnen gevoelig zijn voor schimmels. Je herkent dit aan verschijnselen als rotte bladeren, bruin gevlekte bladeren, zwarte vlekken, schimmelgroei enz. Ik gebruik ook voor deze problemen vier verschillende soorten antischimmel (fungicide) preparaten om resistentie te voorkomen. Sproei deze middelen twee keer per maand in de zomer. Noteer steeds wanneer je welk middel spuit.
      3. Ik koop ik altijd drie duurdere en drie goedkopere pesticiden en zes fungiciden. Ik besproei de Satsuki bomen (en rozen) altijd tegelijkertijd met twee pesticidemiddelen door elkaar, een duur en een goedkoper. Dit doe ik van eind maart tot eind november eenmaal per 10 dagen. Op hetzelfde moment spuit ik van begin april tot begin oktober een fungicide mee. Noteer weer wanneer u wat gebruikt. U kunt natuurlijk ook van te voren bijv. in februari een jaarplan maken welke middelen u wanneer gaat gebruiken en ook in welke combinatie. Zorg er wel voor dat u weet of de combinatie van middelen elkaar ‘verdraagt’: lees de instructies op de verpakkingen of vraag om advies vragen in de tuincentra. .
      4. Hou je aan de aanbevolen hoeveelheden op de verpakking, dit voorkomt bladverbranding en verbranding van jonge knoppen. Dit verzwakt uiteraard de boom en kan de boom doen sterven.

B. Hoe hou je een Satsuki bonsai in goede conditie.

      1. Als je van de boom en zijn bloemen wilt genieten moet je de Satsuki het hele jaar door schoon en gezond houden.
      2. Hou een goede afstand aan tussen de bomen onderling en tussen een haag of muur, vooral in de zomer. Zet ze niet op te smalle richels of te dicht bij een hek.
      3. Draai elke boom regelmatig (wekelijks of tweewekelijks), zodat de bladeren aan alle kanten zon krijgen.
      4. Als we een boom zien die op sterven na dood is en die we met enige hoop op een wonder toch nog water geven, moeten we vooral proberen te achterhalen wat er mis is. Misschien is hij nog te redden. Als de boom dood gaat is het zinvol de oorzaak te achterhalen zodat we ervan leren en niet weer dezelfde fout maken. Het is natuurlijk waar dat ook bomen geen eeuwig leven hebben.
      5. Zo gingen er bij mij bomen die ik van stek had opgekweekt na 30 jaar dood. Al die jaren had ik ze na de bloei om de drie jaar in juni verpot, de wortels uitgewassen en gesnoeid. Ik heb daarom een tiental jaar geleden mijn techniek veranderd. Ik verpot sindsdien (iedere drie jaar) vroeger in het jaar: eind februari, begin maart. Ik snoei hierbij de wortels drastisch, verwijder alle oude grond volledig, was de wortels en pot ze volledig op in Kanuma. Bij deze nieuwe procedure bezweken in het begin enkele takken omdat de bomen te lang niet waren verpot.
      6. Het bleek ook dat sommige bomen littekens op de stam hadden die niet goed waren dicht gegroeid (en dus niet goed waren verzorgd). Mijn les was dat ik grote wonden van enkele centimeters ontstaan door taksnoei beter moest verzorgen (kleine wondjes groeien snel dicht). Als deze grote wonden niet goed worden verzorgd blijken takken na 20 of 30 jaar nog af te kunnen sterven.(6)
      7. Koop geen bomen met duidelijke gebreken en ga niet voor de goedkoopste aanbiedingen. Hoe meer ervaring je met Satsuki bomen krijgt hoe veeleisender je wordt. Koop de boom als u meent dat hij gezond is en dat u hem zelf kunt verbeteren. De beste manier om uw bonsai vaardigheden te verbeteren is om aan veel bomen met verschillende stijlen te werken.

C. Snoeien.

      1. Het doel van snoeien van bomen is de bonsaistijl te behouden. Als u in de herfst lange nieuwe scheuten boven de top en de plateaus van uw bonsai ziet, snoei ze dan zoals hieronder is afgebeeld (de boomsoort is Kinsai ). De stijl blijft behouden zoals u ziet.
      2. Voor het snoeien op 1 nov.(van een onbekend jaar)
      3. Zo snoeit u terug van 3 naar 2 uitlopers en de toppen terug naar blaadjes.
      4. Na de snoei.
      1. Het tweede doel is het stileren van een jonge boom voor het volwassen stadium.
      2. Het derde doel van snoeien is vormbehoud van de boom het jaar erop en het bevorderen van de bloei.
      3. Als u in een bepaald jaar de boom in maart verpot is het erg belangrijk om alle bloemknoppen te verwijderen, de boom te snoeien en de top en de secundaire takken uit te dunnen. Dit kunt u drastisch doen voordat u de wortels gaat wassen en de boom in nieuwe grond zet.
      4. U kunt het hele jaar door alle ongewenste nieuwe scheuten op de stam en op grote secondaire takken verwijderen als u ze ziet.
      5. Maar als u de boom snel wilt laten groeien of als u takken dikker wilt laten worden moet u vooral deze ongewenste nieuwe scheuten laten staan. U kunt ze wel inkorten als deze ongewenste scheuten erg lang worden, maar verwijder ze pas volledig in het volgende voorjaar.
      6. Een bijzondere methode van snoeien die alleen wordt toegepast op jonge bomen is het laten staan van twee nieuwe scheuten bij elk internodium, elk met één paar blaadjes, de takken spreiden ieder jaar een internodium verder. Als je dit ieder jaar herhaalt, ontstaat er een mooi plateau. Als je vindt dat de boom zijn uiteindelijke vorm heeft bereikt moet je overgaan op snoeien ten behoeve van vormbehoud.
      7. Als u de top van de boom te vol laat groeien is het mogelijk dat de boom witte wortels op de nieuwe scheuten en dunne takken gaat produceren door het ontbreken van frisse lucht. Het is dus noodzakelijk de top voldoende uitgedund te houden zodat er voldoende lucht doorheen kan. Dat houdt de boom gezond.

D. Overwinteren van uw Satsuki

      1. Als de grond in uw potten helemaal bevroren is en als deze tijdens de dag niet ontdooit, is het beter de bomen in een kas, een garage of een koele kamer te zetten. Dit geldt ook voor een lagere temperatuur dan -50o C gedurende meer dagen.
      2. Bespuit de bomen met insecticide en fungicide voordat u ze binnen zet.
      3. Eventueel verwijdert u alle overbodige zijscheuten om verdamping te reduceren. Bij vorst kunt u wat minder vaak water geven, maar er vindt nog wel enige verdamping plaats dus u moet niet stoppen met watergeven.
      4. Wortels van stekken en jonge boompjes kunt u beter niet laten bevriezen. Zet ze ergens koel weg en voorkom bevriezing.

E. Voorbereiden van bomen en potten voor een show

      1. Allereerst wast u de potten en poetst u ze met olie.
      2. U wast de stammen en hoofdtakken.
      3. Leg mos op de grond. Ik leg zelf vier of vijf soorten mos.
      4. Maak de tafels die u op de expositie wilt gebruiken schoon en polijst ze indien nodig.
      5. Verminder het aantal bloemknoppen in de herfst en de volgende vroege lente van uw tentoonstellingsbomen. Een boom met elkaar verdringende bloemen wordt als niet-mooi beoordeeld.
      6. Bemest de bomen die u op de show wilt zetten matig zodat zij geen onregelmatige kleuren of bloemen geven. Bomen kunnen veranderingen ondergaan als ze sterk groeien en dat wil je voorkomen.
      7. Het zou perfect zijn als u tegelijk al een accentplant of -boom kiest die bij uw showboom past. Ook met deze accentboom moet u bijtijds beginnen, maar het is geen probleem uw bomen zonder een accent te tonen.

Masayasu Nishiyama Mack,

gecorrigeerd en bewerkt door Riet en Leen.

===============================================================================

Appendix

(1) Ik verwijs in de tekst naar Mack Nishiyama. Nadat ik de tekst had geschreven heeft meneer Brian Mackichan de bonsaitermen in het Engels gecorrigeerd. Ik dank hem voor zijn hulp.

(2) In deze tekst zijn de Japanse aanbevelingen in de tijd vervangen door de beste tijd in de Nederlandse weersomstandigheden.

(3) Als u zachte Kanuma wilt gebruiken meng dan de maatsoorten fijn (50%) en klein (50%).
Zachte Kanuma zorgt weliswaar voor snellere groei van de stekken, maar als de stekken te veel water krijgen kunnen de jonge wortels sneller rotten. De grond moet een beetje droger worden gehouden om wortelproductie te stimuleren en wortelrot te voorkomen. Omdat zachte Kanuma langere tijd veel water in de potten kan vasthouden, moet u geen diepe potten gebruiken.

(4) Deze mestballen zijn erg duur en moeten na zes weken worden vervangen (DCM).

(5) In deze paragraaf beschrijft Mack wat hij doet. Voor de situatie in Nederland is het advies: kijk naar de soort luizen of de soort boomaantasting -in geval van schimmels- en gebruik hiervoor het juiste middel op de voorgeschreven wijze. Controleer of de middelen elkaar verdragen als u ze combineert. Variatie in middelen is belangrijk om resistentie te voorkomen.

(6) Zeker als er boven een grote wond een tak zit kun je verwachten dat die zal afsterven bij forse wortelsnoei. Bijna elke tak is afhankelijk van een bepaalde wortel en twee takken boven elkaar zullen dus door dezelfde wortel worden bediend.