De gegroefde lapsnuitkever of taxuskever (Otiorhynchus sulcatus)
De gegroefde lapsnuitkever of taxuskever (Otiorhynchus sulcatus) is een kever uit de familie snuitkevers (Curculionidae).
Parasiet.
In onze streken kennen we ca. 3.800 soorten kevers. Een aantal daarvan is bijzonder schadelijk, zoals de taxuskever ofwel de gegroefde lapsnuitkever.
Deze parasiet is matzwart van kleur met lichte (gele) vlekken.
De gegroefde lapsnuitkever is ongeveer 1 cm groot en heeft voelsprieten op de verlengde snuit. Op het schild komen groeven voor die in de lengterichting lopen.
Lapsnuitkever
De kevers zijn vooral ’s nachts actief en vreten hoekige happen uit de rand van het blad. De gegroefde lapsnuitkever kan niet vliegen, maar kruipen en klimmen kunnen ze buitengewoon goed. Tot enkele tientallen meters per nacht.
De larve is in haar eindstadium plm 10 – 14 mm groot, vuilwit tot crèmekleurig met een roodbruine kop. Het lichaam is vaak lichtjes gekromd, (C-vormig) en heeft geen poten.
Kenmerken:
Vooral ‘s nachts actief
- Als ze opgemerkt worden houden ze zich schijndood
- Vraat vanaf de bladrand naar binnen
- Larven zitten tot 10 cm diep in de grond en vreten aan wortels.
Bestrijding:
- Bestrijding van de kevers is lastig. Een chemische middel treft vaak niet alleen de Taxuskever maar ook andere, soms nuttige insecten. Een biologische bestrijding van de larven is mogelijk met parasitaire aaltjes.
- Natuurlijke vijanden van de kevers zijn o.a: loopkevers, padden/kikkers en krielkippen. Voor de larven zijn de belangrijkste vijanden diverse schimmels, aaltjes, bacteriën en kippen.
Typische waardplanten zijn: Taxus, Rhododendron, Azalea, coniferen, talrijke perkplanten, enz.
De witte larven van de kever vreten aan wortels en beschadigen dikkere wortels en de wortelhals.
Deze larven kunnen zo agressief zijn dat zelfs oudere planten afsterven.
De eerste kevers kunnen we vanaf begin mei verwachten en leggen vanaf juni hun eitjes in de grond.
Bestrijding:
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet zinvol.
Lapsnuitkevers zijn ongevoelig voor de meeste insecticiden.
Bij het verpotten de kluiten goed uitschudden en vrijkomende larven vangen.
De oude potgrond niet op de composthoop gooien, aangezien niet opgemerkte larven zich dan in de tuin kunnen verspreiden.
De minste kans op schade heb je, indien je voor het binnenbrengen in de winterberging de gesnoeide planten ook verpot.
Een plant, waar u bij het verpotten larven in ontdekt, in een emmer niet te koud water zetten.
Het spoelen in water bevordert het loskomen van verscholen larven.
De plant in een andere pot oppotten en de oude potten goed schoonwassen (vanwege nog niet uitgekomen eitjes in achtergebleven grondresten).
Vooral bij soorten met vlezige wortels controleren of er larven in verscholen zitten.
Gewasbeschermingsmiddelen tegen taxuskevers en larven mogen alleen door professionele kwekers gebruikt worden.
De enige manier om overlast door taxuskeverlarven te bestrijden is een biologische bestrijdingsmethode met het insectenparasitaire aaltje Heterorhabditis megidis.
Dit is een natuurlijke vijand van de kever en in de handel verkrijgbaar.
De aaltjes zoeken actief naar de larven van de lapsnuitkever en dringen deze binnen.
Ze voeden zich met de inhoud van de larven en verspreiden specifieke bacteriën.
De keverlarven sterven binnen enkele dagen. Voor een goede werking moet de bodemtemperatuur tussen 12 en 25 graden Celsius liggen.
De beste bestrijdingstijdstippen zijn het voorjaar (april tot mei) en het najaar (augustus tot september). Op vochtige grond toepassen en voor minimaal 1 week vochtig houden.
Lapsnuitkevers komen vaak huizen binnen via open ramen en deuren.
Met behulp van vliegengaas en / of horren kan men dit tegen gaan. Men kan de kevers ook wegvangen, dit gaat het beste bij de schemering. Verder is het vervangen van potgrond nog een mogelijkheid om de overlast te verminderen.
Leen