In Japanse tekens is dit: マキ
Podocarpus nivalis Kralingen Podocarpus macrophyllus
Biogeografie.
Voor ons als bonsaiisten denken we aan niet winterharde geïmporteerde bomen uit China, maar niets is minder waar, er zijn wel degelijk goede winterharde soorten in Ned. verkrijgbaar.
Podocarpus en de familie Podocarpaceae zijn ontstaan op het oude supercontinent Gondwana , (zuidelijk supercontinent) dat het huidige Afrika, Zuid-Amerika, India, Australië, Nieuw-Guinea, Nieuw-Zeeland en Nieuw-Caledonië omvatte tussen 105 en 45 miljoen jaar geleden. Podocarpus is een geslacht van bomen en struiken van de Antarctische flora, die in het koele, vochtige klimaat van de zuidelijke Gondwana voorkwam, en de elementen van de flora overleefden in dit vochtige, gematigde gebied van het vroegere supercontinent. Aangezien de continenten naar het noorden afdreven(160 miljoen jaar geleden) en droger en warmer werden, komen de familie Podocarpaceae en andere leden van de Antarctische flora tegenwoordig over het algemeen in vochtige gebieden voor, vooral in Australië.
Het geslacht Podocarpus behoort tot de familie van de Podocarpaceae, een onderfamilie van de Pinopsida (coniferen) het geslacht bestaat uit ongeveer 80 soorten en circa 50 cultivars in hoofdzaak ontstaan bij kwekers en veredelaars.
Het zijn naaldbomen (coniferen) die in tropische en subtropische gebieden groeien. Deze coniferen zijn bij ons in Nederland en België bijna alleen in een arboretum, de botanische tuin van de Universiteit van Leiden, de botanische tuin van de Rijksuniversiteit Utrecht en in Baarn (Cantontuin kinderboerderij) te zien, en tegenwoordig ook als bonsai, de Podocarpus macrophyllis. Vooral Chinese import, pseudo bonsai (we kennen ze allemaal wel) en de tuin bonsai bomen.
Podocarpus macrophyllis Podocarpus macrophyllis
Het zijn allemaal groenblijvende coniferen, die in een kuip/schaal kunnen worden geplant.
Het meest aantrekkelijke van Podocarpus is de altijd groenblijvende donkergroene naalden, de ene soort om hun fraaie, lange en dichte naaldenkleed, en van enkele soorten juist om de kleine fijne naalden.(Podocarpus nivalis)
Podocarpus nivalis Podocarpus macrophyllus
Van nature komt dit geslacht voor in Mexico, Zuid-Amerika, Japan, China, en Australië.
De Podocarpus latifolius is de nationale boom van Zuid-Afrika.
Voor een dergelijk groot geslacht is de Podocarpus verrassend onbekend in de Benelux en ook bij de Bonsaiisten.
Naamgeving:
Er is geen Nederlandse naam bekent voor deze boom. Podo komt van het Griekse woord podos wat voet betekent en karpos wat vrucht betekent. Dit heeft betrekking op de verdikte onderkant van de vrucht.
Kusamaki, (ク サ マ キ) en inumaki, (犬 槇) zijn Japanse namen voor deze boom. In China staat het bekend als Luohan song, (羅漢松) letterlijk “arhat pine” betekent.
Plantkenmerken:
Podocarpus zijn groenblijvende struiken of bomen van 1-35 m hoog (zelden tot 40 m). komt voor als boom of struik. De boom, Podocarpus elatus, kan 35 m hoog worden, lage struiksoorten slechts 1 m, bv.: Podocarpus alpinus Red Tip, Podocarpus nivalis Kralingen en Podocarpus nivalis Trompenburg met zeer kleine blaadjes/naalden en goed winterhard. Deze 3 zijn zeer geschikt voor Bonsai.
Hier een meerstam gevormd uit een struik van de Podocarpus nivalis Kralingen.
Podocarpus nivalis Kralingen Podocarpus nivalis Kralingen (gevormd)
Vrouwelijke bloemen onopvallend, meestal één of twee bij elkaar.
Podocarpus is tweehuizig, d.w.z. dat de vrouwelijke en mannelijke bloemen op verschillende bomen groeien. Mannelijke bloemen in dichte, katjesachtige aartjes die het stuifmeel verspreiden en roodachtig tot lichtbruin zijn.
Podocarpus nivalis Trompenburg Podocarpus nivalis Trompenburg (in bloei)
Terwijl de vrouwelijke bloemen onopvallend zijn en naakte zaden op stelen dragen, die zich bij rijpheid van rood tot vlezige blauwzwarte kegelvormige bessen ontwikkelen.
Vruchten kunnen uit de hand worden gegeten of in taarten en gebak worden gebruikt, ook worden ze door duiven, papegaaien, fazanten en apen gegeten. De zaden worden vervolgens door die vogels verspreid via de uitwerpselen. De kegels hebben twee tot vijf schalen, waarvan slechts één vruchtbaar is (zelden twee).
De platte naalden van de meer grootnaaldige soorten lijken soms meer op smalle bladeren dan op de naalden van een conifeer.
Deze bladeren/naalden kunnen tot15 cm lang worden, lancet- vormig tot langwerpig, en hebben een aparte hoofdnerf, bij de kleinnaaldige soorten en cultivars lijken ze enigszins op de Taxus.
De mannelijke kegels zijn 0,5-2 cm lang en zijn vaak gebundeld in groepjes. Vele soorten zijn tweehuizig maar niet allemaal. De meeste soorten zijn onvoldoende winterhard in de Benelux, maar veel cultivars zijn wel het proberen waard.
Ondanks de grootbladige soorten bij ons twijfelachtig winterhard zijn, en erg goed tegen droge lucht kunnen maakt ze ook zeer geschikt als potplant/kamerplant. De meeste van deze soorten zijn over het algemeen Podocarpus totara vrij krachtige groeiers en het frisse loof heeft een mooie uitstraling. In een beschutte tuin op het zuidwesten kan een aantal soorten waarschijnlijk buiten overwinteren, maar beter is het om ze in een vorstvrije kas te zetten. Deze planten kunnen erg goed tegen droge lucht, wat ze ook zeer geschikt maakt als kamerplant
De Podocarpus heeft dus mogelijkheden genoeg.
Soorten en hun herkomst:
De Zuid-Afrikaanse soorten zoals Podocarpus elongatus met zijn blauw-grijs blad en latifolius zijn grote bomen, die tijdens de kolonisatie als timmerhout gebruikt werd. Het z.g.n. Geelhout. Er werden vooral vloeren, plafonds en meubels van gemaakt. In bepaalde gebieden maakte men er ook grafkisten van. Podocarpus latifolius met zijn exceptionele kwaliteit hout, een altijd groene boom en langzame groeier. Hij kan 30 m hoog worden. Hij heeft lange smalle naalden en groeit meestal in bergachtige streken van Zuid-Afrika en Zimbabwe.
De Podocarpus elatus groeit in het oosten van Australië (Queensland). Hij kan daar flink hoog worden, deze groen blijvende conifeer kan uitgroeien tot wel 35 meter. In volwassen stadium heeft hij een brede open kroon en een prachtige, afbladderende, donkerbruine bast. Het blad/naalden is donkergroen en tot tien centimeter lang. De toppen van de naalden bestaan uit scherpe gepunte, priemvormige naalden.
De soort groeit zowel in de zon als in de halfschaduw. De ronde, paarse vruchten zijn eetbaar. In Australië wordt de soort ook wel als haag gebruikt. Deze conifeer kan lichte vorst verdragen. De boom is bij ons matig winterhard.
Podocarpus latifolius is een altijd groene boom en langzame groeier. Hij kan 30 m hoog worden. Hij heeft lange smalle naalden en groeit meestal in bergachtigstreken van Zuid-Afrika en Zimbabwe.
Podocarpus totara:
Is een langzaam groeiende bosboom. Hij is inheems in Nieuw Zeeland, het hele Noordereiland en het Noordelijke deel van het Zuidereiland. Waarschijnlijk de grootste boom van de podocarpaceae familie (tot 50 m) en kan 800 tot 1000 jaar oud worden.
Podocarpus totara
De Maori’s (oorspronkelijke bevolking van N.Z.) gebruikte de Podocarpus als houtleverancier voor kano’s en houtsnijwerk. Traditioneel moesten de Maori’s na het kappen van een Podocarpus totara een nieuwe boom planten, dat waren zij aan de God van het bos verplicht. De grootste boom staat in het Pureora Forest Park Area van Nieuw Zeeland.
Podocarpus macrophyllus of in het Japans (Kusamaki of Inumaki):
“Boeddhistische den” ook wel “Fern den” zoals hij vaak wordt genoemd is onjuist (het is geen den). Als boeddhistische den is hij vaak in Japanse tempeltuinen te vinden. Podocarpus macrophyllis of Kusamaki (クサマキ) en Inumaki (犬槇) zijn de Japanse namen voor deze boom.
In China, bekend als Luo Ha song ( 羅漢松 ), wat letterlijk “arhat pine” betekent.
Het zijn de meest noordelijke soorten van het geslacht, afkomstig uit de bergen van het zuiden van Japan en Zuid China, deze kunnen flink wat kou verdragen.
Hij kan 20 m hoog worden. De kroon is dan tamelijk slank van vorm en niet breder dan 3½ meter. De macrophyllis heeft vrij dikke, ca. 15 cm lange leerachtige naalden die eerder langwerpige bladeren lijken. Na de bloei verschijnen kleine blauwzwarte bessen. Het is een sierlijke conifeer vanwege de toeven bladvormige naalden. Deze lage soorten zijn geschikt voor bonsai en de rotstuin. Deze worden geïmporteerd uit China. Ook als haag wordt deze conifeer wel gebruikt. Er kan een fraaie, dichte haag mee worden gemaakt. Groeit op vochtige, humusrijke grond.
Podocarpus nivalis Kralingen:
Podocarpus navalis Kralingen en Podocarpus navalis Trompenburg:
Podocarpus navalis Trompenburg, zeer geschikt als bonsai, brede bossige struik tot 80 cm hoog, bodembedekkend en draagt rode bessen, blijft ook in de winter goed op kleur.Verdraagt ook kalk in de grond. Kan tot ca. -15 graden vorst hebben. Verdraagt snoeien en bedraden heel goed en goed winterhard. De Trompenburg is de mannelijke vorm van de twee en zorgt voor de bestuiving. een cultivar van het Rotterdamse arboretum “Trompenburg”. Bladkleur lichtgroen.(beide verkrijgbaar bij de Firma Esveld).
Podocarpus lawrencii ”red tip” wordt in het Nederlands Japanse taxus of Tasmaanse conifeer genoemd. Het is een kleine, wintergroen conifeer met een bossige, laagblijvende, bodem bedekkende vorm. De kleine, platte, zachte naalden zijn blauwgroen gekleurd, het jonge loof verschijnt attractief roestig rood. Deze podocarpus bloeit in de lente met mannelijke en vrouwelijke bloemen aan verschillende planten (tweehuizig), later gevolgd door vlezige rode besjes. Podocarpus lawrencii ”red tip” houdt van een beschutte standplaats in volle zon of halfschaduw en een goed doorlaatbare grond. Deze plant is redelijk winterhard en droogtetolerant, verdraagt zeewind en luchtvervuiling en is een mooie aanwinst voor de rotstuin.
Podocarpus lauwrencii ‘Blue Gem’
Podocarpus lauwrencii “Blue Gem”
Blue Gem. Blauwgroen van kleur, beide zeer goed als Bonsai, verdraagt snoei goed en goed winterhard, hij groeit op blootgestelde locaties tot 1.800 m, en vormt vaak levende tapijten over rotsen door windsnoei. Groeit meestal niet hoger dan 1 meter en kan 600 jaar oud worden. Verkrijgbaar bij de Firma. Esveld.
Podocarpus salignus:
Naaldachtige altijd groene boom. Het komt alleen voor in Chili, van 35 tot 42 ° zuiderbreedte, waar het wordt bedreigd door verlies van leefgebied. Kan tot 20 meter hoog worden met een stam diameter van 1 meter, bast roodachtig-grijs, vrij lange naalden. Deze boom wordt gekweekt in tuinen en parken van Chili en is geïntroduceerd op de Britse eilanden. Het vereist veel regenval of hoge luchtvochtigheid, maar is bestand tegen temperaturen tot – 25° C.
Podocarpus neriifoliusen:
Het wordt gevonden in Brunei, Cambodja, Vietnam, Laos, China, Fiji, Indië, Indonesië, Maleisië, Myanmar, Nepal, Papoea-Nieuw-Guinea, De Filippijnen, Salomonseilanden en Thailand .
Podocarpus spinulosis:
Podocarpus spinulosus. Het werd voor het eerst beschreven door James Edward Smith in 1817 als Taxus spinulosa. Het werd gereclasseerd als Podocarpus spinulosus in 1825. Dwerg Plum Pine of Spiny-blad Podocarpus, komt van nature voor in de warmere gematigde kustgebieden van Nieuw-Zuid-Wales en Zuid- Queensland. Het is doorgaans een struik die onder de bomen groeit, maar kan soms worden gevonden als een kleine boom. Zelden worden ze meer dan 2 m hoog. De bladeren zijn naaldvormig, 3-7 cm lang, puntig, groen van boven en met zeegroene banden onder. De mannelijke en vrouwelijke kegels zijn vruchten gedragen op verschillende planten, dus tweehuizig, en in tegenstelling tot de meeste naaldbomen, het vruchtlichaam is een niet houtige kegel, maar bestaat uit een enkel zaad aan het einde van een gezwollen fruit -achtige stengel. Deze vruchten zijn eetbaar.
Deze soort is niet zo sterk groeiend als Podocarpus elatus, het is een middelgrote tot grote groenblijvende boom die groeit tot 30 – 60 mm hoog met een stam tot een diameter van 1 tot 1.5 meter maar is een mooie container/bonsai plant, dankzij haar aantrekkelijke blad en groeiwijze. Mannelijke en vrouwelijke planten zijn nodig om vruchten te produceren.
Deze soort is matig winterhard.
Podocarpus nivalis ‘Rockery Gem’:
Bodembedekkende conifeer behoeft man voor vruchtzetting. De hoogte na 10 jaar is 75 cm. De kleur van de bes is rood. Deze plant is goed winterhard. De vruchtdragende periode is augustus – september. Evenals de andere cultivars groeit deze cultivar breed en relatief laag. Het loof van ’Rockery Gem’ is frisgroen en zeer goed te gebruiken als Bonsai, maar kan op alkalische bodems grondchlorose ontwikkelen (geelverkleuring van de bladeren). Winter hard tot Zones 7-9. Houdt niet van natte voeten dus goed doorlaatbare grond gebruiken. Al de Podocarpus soorten reageren goed op snoei. En al de Podocarpus zijn altijd groene bomen. Het is een vrouwelijke cultivar en zal dus, mits bestoven, rode vruchten dragen. Geschikt voor bonsai.
Bonsai cultuur:
De Podocarpus is een langzaam groeiende conifeer met (bij sommige soorten )lange leerachtige naalden en de nivalis variëteiten zijn Taxsus achtig met fijne en zachtere naalden. Laten zich makkelijk snoeien, dus gunstig voor de Bonsai cultuur.
Een nadeel, wees voorzichtig met bedraden en buigen, jonge scheuten zijn erg breekbaar, vooral bij de takaanzet.
Verpotten in het voorjaar in een vruchtbare humus rijke, ligt zure, goed doorlatende grond. Standplaats in de volle zon en een deel van de dag schaduw.
Het loof is lekker geurend wanneer het wordt gekneusd.
Een snellere groei kan bereikt worden met regelmatig voeden in de eerste paar jaar. Tolereert zoutnevel (aan de kust)en is bestand tegen hitte! Regelmatig snoeien. Deze duurzame en mooie plant is nagenoeg vrij van ziekten en plagen. Cultivars met korte naalden, zijn P. lawrencii (oude naam: P. alpinus) en P. nivalis. De belangrijkste cultivars van P. lawrencei zijn ’Blue Gem’, met blauwgroene naalden en ’Red Tip’, met bruinrode jonge scheuten. Van Podocarpus nivalis zijn veel meer cultivars, maar slechts enkele zijn op kleine schaal in cultuur. Het belangrijkste zijn hier: ’Podocarpus Kralingen’, een vrouwelijke cultivar die vruchten kan dragen, en ’Podocarpus Trompenburg’, een mannelijke cultivar die goed als bestuiver kan dienen. Ook ’Rocker Gem’ is in Nederland in cultuur. Deze plant was al vele jaren in Nederland in cultuur als Podocarpus nivalis, maar omdat het een aparte kloon betreft, is deze in 1992 ’Rockery Gem’ genoemd. Dit is gedaan om deze plant, met zijn goede eigenschappen, te kunnen onderscheiden van eventueel op de markt gebrachte zaailingen, die variabel kunnen zijn.
Vermeerderen:
Zomerstek, vanaf eind september tot in de winter, van halfverharde scheuten. Gebruik wat stekpoeder.
Teelt: Bij voorkeur in pot.
Al met al is de Podocarpus een interessante soort voor de bonsai liefhebber.
Leen. Foto’s met medewerking van de firma Esveld.