Een boom zit vol met vaten/cellen waarmee hij water en voeding naar de blaadjes kan sturen, hoe pompt hij dat water en de voeding dan rond? Want water loopt naar beneden en niet naar boven.
Een boom heeft geen hart, dat alles kan rondpompen. Er zijn andere krachten die zorgen voor de sapstromen in een plant. Dit zijn de worteldruk en de zuigende werking van de bladeren. De worteldruk wordt veroorzaakt door osmose. Dit is een natuurkundig verschijnsel waarbij water door de doorlaatbare vaten/cellen van de wand stroomt van een zwakke naar een sterke oplossing. Het bodemwater is de zwakke oplossing en het vocht in de wortelcellen is de sterke oplossing.
De wand van de wortelcellen is de doorlaatbare wand die het vocht opnemen.
De wortel neemt dus water op, die dan vervolgens aan de volgende cel wordt doorgegeven. Dit gaat door tot bovenin de boom. Deze worteldruk is waarneembaar als in het voorjaar takken van de z.g.n. ABC-bomen (voornamelijk) Acer (esdoorn), Betulus (berk), Carpinus (haagbeuk), Juglans (noot), Vitis (druif) worden gesnoeid. Deze bomen mogen vanwege “bloeden” (overmatig vochtverlies door worteldruk) niet gesnoeid worden in de periode december t/m mei, maar er moet uitdrukkelijk mee gewacht worden tot de bomen goed in het blad zitten, of tot aan december.
De zuigende werking van de bladeren is vergelijkbaar met de trek van een schoorsteen. De wind boven de schoorsteen zuigt de lucht uit de schoorsteen, die dan weer van onderuit wordt aangevuld. De bladeren geven via de huidmondjes waterdamp af, die door de wind wordt afgevoerd; zeker bij warm weer verdampt het blad veel vocht. Het tekort aan water wat dan optreedt wordt vanuit de wortels via de vaten weer aangevoerd. De vaten in het blad lopen door de nerven (die bij de meeste bladeren goed zichtbaar zijn). De sapstroom wordt op deze wijze in stand gehouden bij een gezonde boom met voldoende wortels, zo niet dan gaat het blad slap hangen. In het bodemwater zijn de voedingsstoffen voor de plant opgelost en worden met het water opgenomen en door de plant verplaatst naar de juiste plaats.
Worteldruk en zuigwerking van het blad veroorzaken dus deze pompwerking.