Schade in azalea veroorzaakt door insecten
Schade veroorzaakt door insecten en mijten in azalea’s
Gelukkig hebben azalea’s betrekkelijk weinig last van insectenvraat en andere ziektes, zeker in vergelijking met andere planten. Azalea’s zijn in het algemeen probleemloze planten, mits hun natuurlijke voorkeuren zoals grondvochtigheid, Ph, temperatuur en licht worden gerespecteerd.
Er zal geen poging worden ondernomen om alle ziektes te behandelen die ooit zijn gevonden in azalea’s. Het feit dat een nieuwe ziekte vermeld wordt, betekent niet dat het een gevaarlijke is .
Bovendien zal de intensiteit/druk van algemeen voorkomende ziektes van jaar tot jaar verschillen.
Azalea kwekers/liefhebbers zullen moeten leren de ziektes, de verschillende soorten schades veroorzaakt door insecten, en kou te herkennen.
Allereerst is het belangrijk dat men ook koude- of vorstschade herkent, terwijl die toch pas in het voorjaar of zomer tot afsterven kan leiden. Ook een slechte groei, droogte, Ph of bleekzucht en andere voedingsproblemen kunnen afsterven tot gevolg hebben.
Hoe dan ook, constante aandacht is geboden. En….. een constante aandacht voor regelgeving rondom het gebruik van chemische middelen en bij introducties van nieuwe middelen.
Zuigende insecten
De azalea kantluis, Stephanitis pynoides Scott, en de Rhododendron kantluis, Stephanitis rhododendri Harv. zijn luissoorten die algemeen voorkomen vooral op zonnige plaatsen, zelden in de schaduw. Deze luizensoorten lijken erg op elkaar maar zijn toch even iets anders.
Deze insecten worden gewoonlijk ten onrechte “kantvleugelvlieg “ genoemd naar de op kant lijkende vleugels. Oude en jonge luizen voeden zich aan de onderkant van het blad en veroorzaken gestippelde of gebleekte verschijnselen aan de oppervlakte van het blad. De bladeren van aangetaste planten verkleuren van normaal groen tot geel en verliezen hun vitaliteit. De onderzijde van het blad wordt roestkleurig of is bedekt met smalle donkere vlekken.
Kantluizen zijn het schadelijkst op azalea’s in de volle zon en in de schaduw veel minder. Kantluizen overwinteren als eitjes, gelegd tussen het bladweefsel, langs de midden nerf.
De poppen komen uit in het vroege voorjaar. De volwassene komen uit na ongeveer 40 dagen. De meest ernstige schade treedt op als de 2e en de 3e generaties zich ontwikkelen tot volwassen insecten. Een gedeelte van de 3e generatie ontwikkelt zich vaak in september in jaren met een hoge herfsttemperatuur.
Aangetaste planten gaan dan de winter in met een slechte conditie.
Bij aantasting van kantluizen direct spuiten met een insecticide met een fijne nevel aan de onderkant van de bladeren. Voer om te voorkomen dat ze weer nieuwe eieren leggen bespuitingen uit met een interval van 7 – 10 dagen.
Witte vlieg

De azalea witte vlieg, Pealius azaleae Buker, is een klein viervleugelig insect 0,5 cm lang. De volwassen insecten hebben een wit voorkomen met een fijn poeder op de vleugels en het lichaam dat verstuift op het blad als sneeuwvlokjes als ze worden verstoord.
De azalea wittevlieg overwintert als pop aan de oppervlakte van het blad. (winterbespuiting toe passen) De kleine, platte, ovale witte poppen zijn niet mobiel en verschijnen in grote aantallen. Zij zuigen het sap uit het blad. De volwassen insecten komen te voorschijn als het nieuwe loof verschijnt. Vele generaties ontwikkelen zich in de zomer. Het geïnfecteerde blad wordt vlekkerig geel en het er onder gelegen blad wordt bedekt met een zwarte, kleverige massa (honingdauw ) afgescheiden door die insecten.
Witte vlieg komt niet op alle soorten voor. Het cultivar “Indica alba “en andere Rijnkyu azalea’s en hun hybriden zijn het gevoeligst.
Bij aantasting direct spuiten/nevelen aan de onderkant van het blad en dit met een interval van 7 – 10 dagen herhalen .
Blad mineermot
De azalea blad mineermot is zo nu en dan een probleem bij azalea’s. Het is een larf van een kleine mot Caloptilia (Gracilaira) azaleella Brants. Spanwijdte 10-11 mm

De volwassen mot is een klein geel motje met purperen stippen op de vleugels. Hij legt z’n eieren aan de onderzijde van het blad. Klein geelachtig groene rupsjes ontwikkelen zich in ongeveer 4 dagen, graven zich het blad in en laten onregelmatig gangen en tunnels achter in het blad waardoor het blad vervormt. Oudere beschadigde bladeren verkleuren en vallen af . Er zijn drie generaties gedurende de zomer. Het rupsje overwintert als pop in opgerold blad.
Spuiten met een interval van 7 – 10 dagen (1 x winterbespuiting toepassen)
Licht aantasting handmatig wegnemen.
Let op bij het spuiten en neemt de regels in acht zoals vermeld op het etiket.
Mijten
Azalea’s worden aangetast door diversen mijten zoals spint, weekhuid en galmijten. Vooral weekhuidmijten veroorzaken veel schade. Die mijten zijn zo klein dat je ze met het blote oog bijna niet kan zien Wil je aantonen welke soort het is , dan moet je monsters nemen. Pas na microscopisch onderzoek kun je mijten op naam brengen.
De zuidelijke rode mijt of huismijt, Oligonychus ilicis Mcgregor, is een algemene lastpost op azalea’s. De gevlekte mijt, Tetranychus urticae Koch is minder algemeen, maar kan een plaag zijn in de kas azalea.
Mijten zijn klein (0,5 mm) en zijn dus maar net zichtbaar met het blote oog. Zij bezitten borende monddelen. Zij voeden zich doorgaans aan de onderzijde van het blad met plantensappen. Het blad wordt door dat geboor gevlekt met een bronzen verkleuring. Aangetast blad verkleurt grijs of bruin en valt onmiddellijk af. Het volwassen vrouwtje van de zuidelijke rode mijt is donkerrood, bijna zwart, terwijl onvolwassen exemplaren lichter van kleur zijn. Het mannetje, pop en eieren zijn rood. Om de mijt op te sporen moet u de verdachte bladeren op een stuk wit papier uitschudden en kijk of er op stof lijkende deeltjes vallen.
Overwinterende eieren zijn gelegd op het bladoppervlak en komen uit in het vroege voorjaar (winterbespuiting toepassen). Mijt schade is het grootst in voorjaar en herfst. In de kas produceren ze eieren het jaar rond. Beproefde bestrijdingsmiddelen gebruiken; spuit bij het eerste teken van een mijt besmetting.
De meeste middelen zijn niet effectief tegen eieren, dus bespuitingen met een interval van één week zijn noodzakelijk. Zo’n behandeling moet drie maal herhaald worden. Het aantal toepassingen zal afhangen van de aanwezigheid van actieve poppen en volwassen mijten.
Weekhuidmijten
De meest voorkomende soorten zijn de begoniamijt (Polyphagotarsonemus latus) en de cyclamenmijt (Phytonemus pallidus). Juist van deze soorten is bekend dat ze veel schade veroorzaken op azalea. Andere soorten die aangetroffen werden, zijn Tarsonemus confusus, Tarsonemus bilobatus en Xenotarsonemus spp. Maar deze soorten richten niet zo veel schade aan.


