Japans; “イチイ“, Nederlands; venijnboom, taxus
div. snoeivormen Taxus baccata Summergold
Naamgeving
De naam is afgeleid van het “Griekse” τόξο (toxo) dat ‘boog’ betekent, want van taxushout werden vroeger bogen en schilden gemaakt.
boog van taxushout.
Toxo verwijst naar de giftige delen van de boom; toxisch (giftig) is van het woord toxo afgeleid. Anderen beweren dat taxus komt van het Latijnse texo wat weven betekent. De taxusbast werd vroeger namelijk ook gebruikt voor weef- en vlechtwerk. Baccata duidt op de rode schijnbessen.
Taxus baccata vruchten
Hier enkele namen voor taxus in het Nederlands, in enkele gebieden van het land, in Limburg doodsboom in de Achterhoek spreekt men van snotterbezieboom in andere delen van het land weer over, iepe, booghout, iemenbos en wijpalm.
De venijnboom (Taxus baccata) is een geslacht van coniferen uit de “taxusfamilie” (Taxaceae). De manier waarop deze familie omschreven wordt is in de loop van de jaren nogal eens gewijzigd. Vroeger werden zij vaak anders behandeld dan andere naaldbomen door hen in een afzonderlijke orde Taxales te plaatsen. Modern onderzoek suggereert dat de taxusfamilie zo verwant is met de andere naaldbomen dat ze wel in dezelfde orde ingedeeld kan worden: deze orde heet dan bijvoorbeeld: Pinales. Daarentegen hanteert de 23e druk van de Heukels (Flora van Nederland) de naam Coniferales. De familie omvat in elk geval het geslacht “Taxus”. In het verleden is wel gedacht dat er misschien maar één soort was (Taxus baccata), maar tegenwoordig wordt uitgegaan van een tiental soorten.
Meer dan 450 “cultivars” van taxussen zijn bekend, de overgrote meerderheid hiervan is gekweekt uit de “venijnboom”, “Taxus cuspidata” en de hybride tussen hen (Taxus × media). Het populairst hiervan is de “Ierse taxus” (Taxus baccata Fastigiata), een cultivar van de gewone taxus.
De boom wordt meestal met kortweg ‘taxus’ aangeduid.
Verspreidingsgebied
De taxus komt van nature/inheems voor in heel Europa, Noord-Afrika(Atlasgebergte) Klein-Azië, Noord-Iran. Noord-Amerika, de Celebes-eilanden en Indonesië.
Plantkenmerken
Taxus baccata (botanisch) is een inheemse naaldboom. Het is een langzame groeier, maar heeft een lang leven. Men beweert dat de taxus het langst levende plantaardige wezen op aarde is. Men heeft fossiele resten van de taxus gevonden die 140 miljoen jaar oud zijn. De taxus heeft al de verschillende klimaatveranderingen overleeft. Nadat, in de laatste IJstijd, de gletsjers zich teruggetrokken hadden, bestond 80% van de grote Europese bossen uit taxusbomen.
Een mooie boom is de Taxus misschien niet, maar als bonsai of vormboom is hij zeer geschikt.
Taxus-baccata-Summergold(onbewerkt) Taxus-baccata-summergold(semi-bonsai)
De taxus is een traag groeiende plant en kan 1-35 m hoog worden en een doorsnede tot maar liefst 4 tot 5 m bereiken.
Vaak zijn het veel vertakte, breedvormige kleine bomen en meerstammige struiken. Door zijn donkergroene, zachte naalden maakt hij een sombere indruk. De bladeren zijn van 1 tot 4 cm bij 0,2 – 0,3 breed, het blad is groenblijvend, vaak gedraaid bij de basis. Ze zijn lineair tot lancetvormig, en hebben bleke groene of witte banden op de onderkanten. Zij kunnen 5 tot 7 jaar lang aan de boom blijven.
De mannelijke kegels zijn 2-5 mm lang en leveren stuifmeel in de vroege lente. Bij aanraking verlaat er een wolk van stuifmeel de boom.
Elke kegel bevat één enkel “zaadje”.
In het najaar verschijnen de felrode bessen (men spreekt over zogenaamde schijnbessen omdat het zaadje in dit omhulsel verstopt ligt) als een sieraad tussen de donkere naalden. Ze zijn omgeven door een bekervormig, vlezig, felrood (als ze rijp zijn) omhulsel (arillus, zaadmantel of zaadrok). Deze is 8-15 mm lang en breed en is open, bevat veel vitamine C en is niet giftig, in tegenstelling tot de andere delen van de boom.
De taxus is “tweehuizig”, dit wil zeggen er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. De mannelijke (geschubde) zitten aan de onderzijde van de takken in grote aantallen, terwijl de vrouwelijke voortkomen uit kleine, eivormige knoppen aan de toppen van de kortere takken. Zij geven een kleverige druppel af die het rondzwevende stuifmeel opvangt.
Links bloei, rechts stuifmeel
Legendes en volksgeloof
De Europese taxus (baccata) is goed bestand tegen schaduw en verdraagt zowel zure als alkalische grond. De taxus kan zeer oud worden. In het Schotse Fortingall staat een taxus die 2000 oud zou zijn. Nergens in Europa zijn zo grote aantallen taxussen te vinden als in de Normandische provincies Calvados, Eure en Orne. Vele daarvan zijn oeroud en hebben holle stammen.
Men schat dat sommige een leeftijd van 1500 tot 2000 jaar hebben. Maar vaststellen van de leeftijd is moeilijk omdat er geen jaarringen zijn. Het kernhout, hoe duurzaam ook, valt uiteindelijk uiteen en de stam wordt hol. Er zijn ook bomen bekent in Engeland die van voor het begin van de jaartelling zijn.
De schoonheid van de taxus komt het meest tot zijn recht als hij solitair staat en niet gesnoeid wordt.
De stam heeft een mooie roodbruine tot paarsachtige kleur en een afschilferende gladde bast waaronder dan donkerrode of bruine vlekken ontstaan
De taxusbast zit vol kleuren.
Samen met de jeneverbes, zilverspar en grove den hoort hij bij onze 4 inheemse naaldboomsoorten. De jeneverbes en de taxus zijn bij ons beschermde boomsoorten.
Gebruik
De taxus kwam vroeger in Europa veelvuldig voor; grote delen van Duitsland waren bedekt met taxusbossen. Een van deze taxusbossen vindt men nog in Paterzell in Oberbayern. Caesar begon met het kappen van deze bossen, omdat hij het hout nodig had voor het vervaardigen van schilden en bogen.
Taxus groeit in het wild nog maar op weinig plaatsen en is daarom beschermd.
Het taxusbos op het Schotse eiland Inchlonaig dateert uit de 14e eeuw en werd aangeplant door King Robert voor zijn boogschutters om te zijner tijd over hout te beschikken waar bogen en schilden van gemaakt konden worden. Leuk om te weten is dat bij de “Slag bij Azincourt” (1415) het Engelse leger bogen van taxushout gebruikte; door de grote flexibiliteit van het hout kon men de bogen goed aanspannen en daardoor hadden hun pijlen een veel groter bereik.
Dit was een van de redenen waarom ze de slag tegen de Fransen konden winnen.
Eigenlijk zou je taxus ‘Boom des Levens’ kunnen noemen. In de schors en naalden bevindt zich namelijk de alkaloïde taxine, waaruit men een medicament (taxol) tegen kanker kan ontwikkelen. Intussen kan men taxol gelukkig ook synthetisch produceren, de redding voor de laatste taxusbomen.
Het hout van de taxus is bijzonder sterk en elastisch, roodachtige bruin (met wit “spinthout”) en is tamelijk hard. Kenmerkend is het volledig ontbreken van hars.
Het werd behalve voor bogen en schilden ook traditioneel gebruikt voor het vervaardigen van speren, meubels, wandelstokken, gebruiks- en kunstvoorwerpen. Het hout wordt ook nog veel voor “inlegwerk” gebruikt. Ook voor fijne houtbewerking en draaiwerk is het hout erg geschikt.
Taxushout is heel goed bestand tegen rotting.
De venijnboom (Taxus baccata) wordt vaak aangeplant in kerktuinen, hagen en op begraafplaatsen, voor bonsai en in de siertuin (tuinbonsai of vormboom), omdat hij zich goed laat snoeien, bewerken en goed vertakt. Ook verdraagt een taxus een grote snoeibeurt bijzonder goed. Een oude boom loopt heel gemakkelijk uit op het oude hout, als er maar voldoende zonlicht bij kan komen.
Hierdoor is een taxus ook erg geschikt voor “kandelaberen”(kandelaberen is een snoeitechniek waarbij de takken van een boom afgezaagd worden waardoor de boom het uiterlijk van een kandelaar krijgt). Ook werden taxussen op begraafplaatsen geplant om boeren en herders te ontmoedigen hun dieren op de begraafplaatsen achter te laten; het giftige gebladerte was immers een belemmering/dodelijk.
Ik las ergens dat men, wanneer je op een warme zomerdag onder een taxus gaat zitten, in een ander bewustzijn terecht kan komen. Dat zou best kunnen kloppen want men heeft ontdekt dat de taxus op warme dagen gasvormige toxine afgeeft, die bij mensen tot hallucinaties kan leiden.
Taxus groeit in het wild nog maar op weinig plaatsen en is daarom beschermd.
In Nederland vinden we nog enkele bomen in Limburgse bossen, maar meestal in tuinen, parken, bij boerderijen en op begraafplaatsen. Op het landgoed Groot-Engelenburg bij Brummen staan nog enkele eeuwenoude taxusbomen met een omvang van meer dan 5 m.
Ziekten en ongedierte
Taxus heeft wel eens last van mijten (rondkopziekte), waardoor scheuten misvormd raken en knoppen niet uitlopen. Het grootste probleem is de taxuskever (lapsnuitkever), ook voor bonsai, hij vreet aan de bladranden/naalden en knoppen, de witte larven aan de wortels, niet alleen van de taxus maar ook aan die van vaste planten.
Taxuskever en larven
Hierdoor kunnen ze afsterven. Ook dop- en schildluizen kunnen een ware plaag zijn voor de taxus.
Taxus in natte grond worden makkelijk aangetast door wortelrot veroorzaakt door de schimmel “Phytopthora”. Zorg voor een goed doorlaadbare grond.
Voor bestrijding bij de bonsai kijk bij:
https://www.ecostyle.nl/tuin/ziekten-en-plagen/taxuskever
https://www.gardenspecials4u.nl/compost-speciaal
Medisch
De venijnboom/taxus is giftig. Grazende dieren in het bijzonder vee en paarden wil wel eens van de taxus eten en worden dan dood dicht bij de taxus gevonden. Het rode vruchtvlees is niet giftig, het smaakt zelfs heel zoet, op de rand van weeïg, maar nooit op het harde zaadje bijten of het zaadje inslikken! Zeggen tegen kinderen dat alles giftig is, is wellicht het verstandigste. Ook bij het verwerken en zagen (of frezen bij bonsai) dient men er rekening mee te houden dat het stof van de taxus giftige bestanddelen bevat. Draag een mondkapje.
De giftige bestanddelen van de taxus worden al heel lang gebruikt in medicijnen tegen kanker. Uit sommige taxussoorten wordt de grondstof voor het kankermedicijn “Paclitaxel” gewonnen. Dit “cytostaticum” is beter bekend onder de merknaam Taxol, vernoemd naar de taxus. In feite is taxus het meest gebruikte middel tegen bepaalde vormen van kanker. Het snoeiafval van de jonge takken van de taxus bevat een grondstof baccatine. Stolk Medicinal Plants in Boskoop zamelt dit 1 jarig snoeihout in, de jonge scheuten mogen niet ouder zijn dan 12 uur na het snoeien. Dit gebeurt in de maanden, juli tot en met september. Aan het snoeisel worden hoge kwaliteitseisen gesteld. Een ander giftig bestanddeel van taxus is het hoogst giftige “taxine”. Het zou een bestanddeel zijn van een “pijlgif”. Het veroorzaakt nier en lever beschadigingen, hartritmestoornissen en hartstilstand. Alle delen van de boom behalve de “bessen” bevatten de alkaloïde.( een stof behorende tot een groep van vaak zeer giftige plantaardige basen). De besjes zijn eetbaar en zoet, maar het zaad is erg giftig. In tegenstelling tot vogels kan de menselijke maag de zaadhuid afbreken en taxine vrijgeven in het lichaam. Dit kan fatale gevolgen hebben als men de zaden eet.
Mythologie
Derhalve is het niet verrassend dat in de “Noordse mythologie”, de god van de boog, de naam Ydalir (Taxus) had.
In de Keltische traditie is de taxus de oudste en meest vereerde boom van de wereld.
De Engelse sjamaan Dusty Miller vervaardigt wandelstokken, amuletten en andere voorwerpen van taxushout. Voordat hij van een boom een tak zaagt, vraagt hij eerst om toestemming en vervolgens om zijn levenskracht niet uit deze tak terug te trekken. Daarom noemt hij zijn voorwerpen “Leefhout”. Leefhout-voorwerpen zouden tegen kwade invloeden beschermen.
Bij de oude Grieken hoorde de taxus bij de onderwereld door zijn donker voorkomen. Taxustakken werden bij begrafenissen als krans gedragen. De furiën (wraakgodinnen) droegen fakkels van taxushout.
Legendes en volksgeloof
Robin Hood en zijn bende zouden hun kracht ontleend hebben aan bogen van taxushout. Zelf werd hij begraven nabij een taxusboom.
Heksen gebruikten taxustakken, geplukt tijdens een maansverduistering, om er heksenzalf van te maken. Hiermee ingesmeerd konden zij vliegen.
Wanneer men een taxustakje op het lijf draagt, wordt het kwaad verjaagd.
Kalveren sloeg men met een taxustwijg bij de naamgeving om kwade tover te weren. In de christelijke cultuur is de taxus symbool voor dood en rouw. Men vindt hem daarom ook vaak op begraafplaatsen/kerkhoven. Tevens is hij, vanwege zijn altijd groene naalden, zinnebeeld voor onsterfelijkheid en eeuwigheid.
Soorten:
Er zijn van de taxus/venijnboom vele “cultivars” bekend.
De volgende soorten worden onderscheiden:
Taxus baccata (links)+ Summergold(rechts): komt voor in heel Europa.
Taxus brevifolia: Noord Amerika, Noordwest Pacific kustgebieden, Alaska tot centraal Californie.
Taxus canadensis: inheems in Noordoost Amerika
Taxus chinensis “红豆杉\r\n红豆杉“: in veel Chinese provincies en Noord Vietnam.
Taxus cuspidata: : “イチイcuspidata” in het Japans: Japan, Korea, Noortoost China en het uiterste Zuidoosten van Rusland. De ideale soort voor bonsai en vormbomen.
Taxus floridana: Florida.
Taxus media Hicksii, New Jersey.
Taxus sumatrana, Afghanistan, Tibet, Nepal, Vietnam, India en China op een hoogte van 400 tot 3100 meter.
Taxus wallichiana, Himalaya, van Afghanistan oost tot west Yannan in het Zuidwesten van China op een hoogte van 2000 tot 3500 meter, opvallend met paars-rood hout.
Met opgaande takken: Taxus baccata ’Fastigiata’, Taxus baccata ’Raket’.
Met wijd spreidende takken: Taxus baccata ‘Dovastonii’, ‘Summergold’.
Met korte naalden: Taxus baccata ‘Adpressa’.
Met gekleurde naalden:
Taxus baccata ‘Semperaurea’ Taxus baccata ‘Fastigiat Aurea’.
Geschikt voor de tuin zijn ook de Japanse Taxus cuspidata, Taxus media ‘Hicksii’. Het meest afwijkend is Taxus sumatrana. Deze heeft dunne, sikkelvormige geelgroene bladeren. Taxus globosa is ook afwijkend met gebladerte dat tussen dat van de Sumatraanse taxus en de overige taxussoorten in zit.
Snoeien
Een taxushaag wordt meestal maar één keer in de zomer in vorm gesnoeid. In tuinen kunnen ook blok- of ronde vormen gemaakt worden. Taxus houdt er niet van als honden en katten tegen hem plassen. Scheuten en bladeren worden ervan geel en kunnen afsterven.
Taxus mag niet gebruikt worden als omheining van een wei, waar paarden of vee loopt, want het loof is giftig.
Taxus als bonsai “opbouwen”
Een taxus is een boom die in de Bonsaikunst zeer geliefd is vanwege haar compacte groeiwijze. Echter om een compacte groeiwijze te krijgen is het noodzakelijk dat de boom voorzien is van een takkenstelsel die dit ook daadwerkelijk toestaat. Kortom is het van groot belang dat er al bij de eerste stilering aandacht besteed gaat worden aan de opbouw van het takkenstelsel.
Binnen de Bonsaikunst valt het op dat veel Bonsailiefhebbers tijdens de eerste stilering die de boom mag ondergaan, de neiging hebben om het aanwezige groen te “proppen”. Op die wijze wil men reeds dan al de illusie van een volwassen boom/bonsai wekken. Echter verliest men bij een dergelijke manier van werken de factor lucht en licht uit het oog.
Juist bij het stileren van de Taxus is het van bijzonder groot belang dat men de boom met zijn groen ”kan ademen”. Dit wil niets ander zeggen dan dat we tijdens de stilering er voor dienen te zorgen dat de takken zodanig worden geplaatst dat er een maximum aan licht en lucht door de kroon kan circuleren.
Om vervolgens binnen een zo kort mogelijke perioden toch een compacte en gesloten kroon bij de Taxus te bewerkstelligen, dienen we tijdens de stilering eveneens rekening te houden met de wijze waarop we de takken bewerken. De meeste fouten worden, naast een te grote hoeveelheid groen, ook nog eens tijdens het bedraden gemaakt. De eigenschappen van de hergroei van de Taxus zijn niet of onvoldoende bekend. Hierdoor maakt men tijdens het bedraden veelal gebruik van te dunne draden. De taxus is een boom die tijdens de hergroei uitermate snel zijn takken weer weet op te richten. Hebben we dus tijdens het bedraden gebruik gemaakt van te dunne bedrading dan zult u hiervoor een beloning ontvangen. De boom zal haar eigen weg kiezen.
Termen als lucht en licht zullen dan in korte tijd weer aan waarde verliezen, terwijl we net hebben geleerd dat dit bij de Taxus uitermate belangrijk is.
Doordat u de Taxus tijdens uw werkzaamheden voorziet van wat zwaardere bedrading dan doorgaans gebruikelijk kunnen we de takken beter “uitvormen”.
Tijdens het uitvormen is het van belang dat de takken zoveel mogelijk beweging krijgen. Hoe meer beweging de takken krijgen hoe meer dit zal leiden tot knopzetting. Deze knopzetting zorgt wederom weer voor een dichte hergroei.
Maak bij de uitvormen van de Taxus zoveel mogelijk gebruik van jonge takken. Deze takken zijn uitermate flexibel. Bent u toch genoodzaakt om oude takken in u ontwerp te betrekken, hol dan de takken uit. Frees in de lengterichting van de tak over een lengte van 20 cm kernhout weg. Het is niet noodzakelijk om de tak te halveren zodat u hierin draden kunt aanbrengen. Kies een frees van 5 tot 7 mm breed. Afhankelijk van de dikte van de van de tak bepaald u de te frezen diepte. Wikkel de tak vervolgens in met raffia, waarna u de tak bedraad. U zult merken dat u de tak hierdoor veel meer beweging toelaat tijdens het uitvormen.
Bron: www.bonsaikunst.nl
Verzorging
Taxus komt het best tot zijn recht op een plaats in de halve schaduw. Die door middel van schaduw doeken of schuttingen kan worden verkregen. Eventueel is ook een plaats met alleen ochtendzon een goede plaats.
Water geven
Hoewel de Taxus redelijk droog kan staan, kan hij in de tijd dat hij groeit veel vocht verdragen, voorwaarde is dan wel dat een te veel aan water kan worden afgevoerd door gebruik te maken van een geschikt grondmengsel. In de herfst en winter aan de droge kant houden.
Bemesting
De Taxus doet het goed met een regelmatige bemesting, hierdoor wordt de voorkeur gegeven aan organische mest omdat deze geleidelijke afgifte heeft. Bijvoorbeeld, DCM MIX 4. Bij bomen in opkweek werkt koemest ook goed.
Bemesting vindt plaats in de groeiperiode, jonge bomen/bomen in opkweek door mesten tot nov. daarna moet de boom gaan afharden, standaard bemesting moet hierbij worden weggehaald en plaats maken voor een bemesting met een hoge Kalium waarde, b.v. 0-10-10.
Verpotten en wortelsnoei
Verpotten van jonge bomen om de 2 a 3 jaar in de lente. wanneer de boom de eerste tekenen van nieuwe groei laat zien, oudere bomen om de 4 a 5 jaar.
Wortelsnoei van grote wortels wordt door de taxus goed verdragen op voorwaarde dat er voldoende haarwortels aanwezig blijven.
Grondmengsel
Een taxus is een boom die nogal makkelijk is met de grondsoort waar hij in staat, maar een goede drainage is belangrijk om de boom goed te laten groeien. Een mengsel van Akadama, Kyriu of Bims en humus doet het bij mij goed. Een beetje houtskool zorgt voor de juiste zuurgraad.
Vormgeving
Taxus verdraagt zware snoei goed. Snoei kan het beste worden uitgevoerd in het voorjaar wanneer de knoppen gaan zwellen.
Onderhouds-snoei kan in mei of juni worden uitgevoerd.
Uitlopers kunnen gedurende het hele seizoen worden teruggebracht tot enkele naalden. Pluk de uitlopers eruit met de vingers en nooit met een snoeischaar.
Wie vruchten wil moet de scheuten laten uitgroeien tot de bloemetjes verschijnen, later weer in vorm snoeien. Zet dan wel een mannelijke en vrouwelijke boom naast elkaar.
De taxus is uitermate geschikt voor het maken van jin- en shari-partijen (dood hout) door het de harde hout van de taxus.
Het hout van de taxus is uitstekend te bedraden. Maar door de trage groeiwijze van een taxus dient dit draad er wel lang op te blijven, maar let wel op ingroeien. Bedrading kan het beste plaatsvinden in het najaar. Bedraden doet men in geen geval tijdens de vorstperioden.
Leen