Verpotten en wortelsnoei bij Loofbomen

Tekst en foto’s: Paula Stofregen

Waarom verpotten?

Grofweg zijn er 3 hoofdredenenen: botanisch, technisch en esthetisch.

Uiteraard lopen die redenen door elkaar heen, maar het is goed om in het achterhoofd te houden waarom we dingen doen.

Soms is het Botanisch nog niet nodig om te verpotten, maar is het esthetisch wel slim zaken aan te pakken. Jonge bomen verpot ik in het begin vaak jaarlijks om een goede evenwichtige wortelvoet op te bouwen. Of het kan is altijd afhankelijk van de gezondheid van de boom.

  • Botanisch: doormatten, problemen met dichtgeslagen of verkeerde grond.
    Ongeveer elke 3-5 jaar. Afhankelijk van de groeisnelheid van je boom. Een snelgroeiende soort wortelt vaak meer en moet dan ook vaker verpot worden. Wilgen bijvoorbeeld wortelen zo idioot dat ze jaarlijks verpot moeten worden.
  • Technisch: verjonging van de wortelkluit, groeikrachtverdeling in de kluit. Bewerken van wurgende wortels, “kurkentrekkers’’ etc.
  • Esthetisch: evenwicht in de wortelkluit, spreiding en vertakking van de wortels
De pot is overvol wortels. Een botanische reden om te verpotten

Praktische start:

Haal de boom uit de pot en kijk naar de wortelkluit. Oogt die gezond? Ruikt die gezond? Hoe erg is ie doorgemat etc. Maak evt foto’s om later terug te kijken.

Dan ga je van ONDERAF de wortels voorzichtig lospeuteren. Probeer zo min mogelijk te beschadigen. Het doel is vooral de boel uit de knoop halen, losmaken zodat je zicht krijgt op de wortelstructuur. Bij kale loofbomen mag je de hele kluit loshalen, maar laat als het gaat wat klontjes aarde zitten. Als je kluit goed nat is gaat dat min of meer vanzelf.

SPOEL DE WORTELS NOOIT UIT!

Bij bladhoudende bomen moet je voorzichtiger zijn omdat die verdamping hebben en moeten kunnen blijven drinken. Ook daar moet je onderaf beginnen, maar je gaat niet helemaal door tot alles los is. Begin onderin en werk een paar cm naar binnen. Dan vanaf de zijkanten een paar cm naar binnen en peuter ook aan de bovenkant wat los.

Werk vanaf de buitenkant naar het centrum, niet zijwaarts!

Zie het als een bos haar met klitten uitkammen. Je begint onderaan en kamt rustig los. Als je te ver bovenaan begint trek je alles stuk!

Wortelsnoei:

Als alles losligt kijk je naar de verdeling van de groeikracht. Zijn alle wortels even lang? Is er 1 of enkele dominante wortels? Is er links meer dan rechts of voor meer dan achter? De hele dominante wortels knip je wat verder terug dan de minder dominante wortels. Zorg voor minstens 2 vingerkootjes haarwortel aan elke wortel. Bij zwakkere bomen laat je meer wortels intact.

Verder kijk je naar de verdeling: is alles mooi gespreid? Zitten er wortels tegen elkaar aan? Net als de boven de grond is een mooie radiale verdeling van de wortels waar we naar op zoek zijn. Soms komen er zoveel wortels uit de stam dat we net als boven de grond een selectie moeten maken. Kijk naar de stand van de wortelvoet, klopt die bij je gekozen stand van de boom?

Met krammen kun je vaak al veel aanpassen of een stukje kurk tussen twee wortels die te dicht op elkaar liggen.

Ook is het mogelijk om bij een oudere boom wortels die te ver omhoog staan met een draad en een stukje aquariumslang op te spannen.

In erge gevallen kun je een wortel bedraden, maar dat is niet risicoloos. Soms stoot de boom de bedrade wortel af en draad kan ook onder de grond ingroeien. Het betekent in ieder geval dat je dan volgend jaar nogmaals MOET verpotten.

Kurk en krammen kunnen gewoon blijven zitten tot de volgende verpotting.

Vastzetten in de pot

Bij het oppoten moet een boom ALTIJD vastgezet worden in de pot. Doe je dit niet, dan kunnen haarwortels bij elke windvlaag beschadigd raken. Haarwortels moeten altijd intact blijven, want daar ontvangt de boom alle voeding en vocht door.

Een stevige kluit kan met “gewoon” met vastzetdraden (1.5 of 2mm).

Een hele jonge boom heeft vaak nog geen stevig genoege wortels, dan kun je een “korsetje” van draad maken. Kies dan een dikke draad die je door de onderkant van de pot haalt en dan net als een reguliere bedrading om de stam van je boom bevestigd. Let dan wel op dat die draad niet gaat ingroeien!

Ten slotte kun je nog met “tuien” werken. Daarvoor heb je meestal wel een extra handje nodig. Je haalt draden van 1,5mm breed door de pot heen.  Minimaal 4 uiteinden, verspreid over de 4 uiteinden van je pot. 1 persoon positioneert de boom, de tweede bevestigt de tuien aan de takken van de boom. Zo hou je hem overeind zoals een grote zendmast overeind blijft met tuidraden.

Vastzet draden: onderlangs de pot en over de wortels
Dikke draad om de stam. Draad verankeren onder de pot.
Stabiliseer de boom met "tuien"

Een nieuwe vorm van vastzetten kan worden uitgeprobeerd voor babyboompjes die niet voldoende stevige zijtakken hebben voor de tuiconstructie én niet voldoende stevige wortels voor de normale manier van vastzetten.

Gebruik 1,5 mm draad en aquariumluchtslang. De slang zorgt er als het goed is voor dat de constructie niet zo snel ingroeit.

De stappen:

  1. Doe een stukje slang om de draad. Lang genoeg om een ruim rondje om de stam te kunnen maken.
  2. Je klemt eerst de draad aan één kant om de rand
  3. Positioneer het boompje, leg de draad met het slangetje tegen de stam en draai er 1 slag omheen.
  4. Klem de draad aan de “overkant” aan de pot. Knijp desnoods aan met een jin-tang. Zorg dat er zo min mogelijk speling op de draad zit.
Bij tere bomen wordt aquarium slang toegepast gecombineerd met draad om de juiste positie te houden.

Plaatsing in de pot:

Bereid de pot voor met vastzetdraden, en breng gaas aan over grote afwatergaten. Maak een bergje grond onderin de pot.

Doe bij een grote trainingspot eerst een laag grof grind onderin van 1 of enkele cm voor de afwatering.

Zet je boom op het bergje grond, draai voorzichtig een beetje in en zorg dat de stand goed is.

Gebruik eventueel krammen of kurken om de wortels beter te positioneren.

Maak de vastzetdraden vast. Als het goed is staat je boom nu redelijk stevig in de pot vast.

Bevochtig indien nodig de wortels tussendoor met de plantenspuit.

Maak zodra alles vastzit eventueel nogmaals foto’s. Zo kun je later nog eens terugkijken wat je aan vervolgstappen wilt nemen met deze boom

Vul de pot rondom goed af, zorg dat er geen “luchtbellen” tussen de wortels leeg blijven.

Water de boom nu goed door (bij potgrond kan dat evt thuis, bij akadama kan dat niet wachten!).

Als er veel haarwortels tussen de grond door blijven piepen kun je ze eventueel wat afdekken met mos.