Plantenjager Ernest Henry Wilson 1876-1930
Ernest Henry Wilson, zie wikipedia
>https://en.wikipedia.org/wiki/Ernest_Henry_Wilson
werd geboren in Chipping Campden Engeland in 1876, 33 jaar na de eerste expeditie naar China door Robert Fortunes. Wilson werkte in de Botanische tuin van Birmingham Botanical Gardens en studeerde aan de plaatselijke Technische School. Zijn studeren werd beloond toen hij in 1897 een betrekking kreeg in Kew Gardens.
In 1898 vroeg het Management van de beroemde Victorian Veitch kwekerijen aan de directeur van Kew Gardens of hij een jonge man kon aanbevelen om naar China te reizen om de oorsprong van de “Zakdoek Boom” –Davidia involucrata te zoeken. Wilson werd aanbevolen. Die keuze kwam tot stand door of puur geluk of door op inspiratie gebaseerde intuïtie en in 1899 vertrok de man, die later bekend zou worden als “Chinese Wilson” naar China. De reis duurde 3 jaar. Wilson vond niet alleen de Davidia in de bergen van Noordwest China, maar ook nog zo’n 400 andere nieuwe planten.
In 1903 keerde Wilson terug naar China, wederom gesponsord door Veitch, en deze keer met de taak de gele papaver Meconopsis integrifolia te zoeken. Weer slaagde Wilson en vond zijn papaver. Die vondst was zeker niet het hoogtepunt van de expeditie, want hij ontdekte ook vele nieuwe Rhododendrons, rozen, sleutelbloemen en nog andere Meconopsis. “Chinese Wilson’s” naam als plantenjager was gemaakt. Hij had zo’n goede reputatie dat zijn banden met Veitch verbroken werden en hij in dienst trad bij het Arnold Arboretum in Boston, Massachusetts.
De toenmalige directeur van het arboretum, Professor Charles Spraque Sargent, zie wikipedia > https://en.wikipedia.org/wiki/Charles_Sprague_Sargent ,maakte over de hele wereld gebruik van de talenten van Wilson om voor het arboretum nieuwe soorten te ontdekken in Japan, Korea, Australië, Nieuw Zeeland, India, Afrika en natuurlijk China. Tijdens een zoektocht naar bomen voor het arboretum ontdekte Wilson de Lilium regale, de grote, witte trompetlelie, die nu vele tuinen siert.
Op een punt schatte men dat Wilson in een periode van 4 maanden 2000 nieuwe soorten had geïntroduceerd en veel van dat oorspronkelijke materiaal is te zien in het Arnold arboretum. Europa had geluk dat Professor Sargent het materiaal dat te teer was voor Boston naar Schotland stuurde. Daardoor is Wilson’s keuze aan Rhododendron en bomen te zien in Dawyck Arboretum bij Peebles, vlak bij de Schotse grens.
Sargent stierf in 1927 en werd opgevolgd als directeur door Wilson. Het was een geweldige prestatie om op 50-jarige leeftijd al benoemd te worden tot directeur en een lange en verdienstelijke loopbaan aan het arboretum leek voor hem in het verschiet te liggen. Dit gebeurde helaas niet, want Wilson en zijn vrouw kwamen in 1930 bij een verkeersongeluk in Massachusetts om het leven. Als u bedenkt hoeveel planten de naam “wilsonii” dragen, realiseert u zich hoe groot de erfenis is die hij naliet.